2BK - herhaling grammatica
1 / 22
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
'de', 'het' en 'een'
A
lidwoord
B
voorzetsel
C
telwoord
D
werkwoord
Slide 7 - Quizvraag
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 8 - Quizvraag
A
voorzetsel
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Quizvraag
Hij heeft de film gezien.
Hij?
Hij?
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 10 - Quizvraag
Is hij op het nieuws geweest?
Op?
Op?
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
voorzetsel
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 11 - Quizvraag
Hij heeft zijn film gezien.
zijn?
zijn?
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 12 - Quizvraag
Sleep alle woorden naar de juiste woordsoort
Lidwoord
Zelfst. naamw.
Werkwoord
Bijvoeglijk naamw.
Voorzetsel
De
hond
loopt
naar
het
grote
veld.
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep alle woorden naar de juiste woordsoort
werkwoord
bijvoeglijk nw
zelfstandig nw
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
Hij
is
onze
geweldige
trouwdag
vergeten
Slide 14 - Sleepvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Hoe vind je de zinsdelen?
Persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, gezegde etc.
Wie of wat + PV?
Alle werkwoorden in een zin.
Wat of wie + gez + ond?
Tijdsproef of vraagproef
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen
lijdend voorwerp
Slide 17 - Sleepvraag
De docent / heeft / 2C / een online les / gegeven.
De docent heeft 2C een online les gegeven.
De docent heeft 2C een online les gegeven.
De docent heeft 2C een online les gegeven.
De docent heeft 2C een online les gegeven.
De docent heeft 2C een online les gegeven.
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
zinsdelen
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Slide 18 - Sleepvraag
Stappenplan
De man geeft zijn hond eten.
De man geeft zijn hond eten.
De man geeft zijn hond eten.
De man geeft zijn hond eten.
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
Slide 19 - Sleepvraag
Stappenplan
Jij mag de laptop hebben.
Jij mag de laptop hebben.
Jij mag de laptop hebben.
Jij mag de laptop hebben.
werkw. gezegde
persoonsvorm
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 20 - Sleepvraag
Stappenplan
De film volgt op de serie.
De film volgt op de serie
De film volgt op de serie.
De film volgt op de serie.
werkw. gezegde
onderwerp
persoonsvorm
lijdend voorwerp
