Je kunt uitleggen wat polyfarmacie bij de geriatrische zorgvrager betekent
Slide 3 - Tekstslide
Lees
De hand-out 'Polyfarmacie'
Slide 4 - Tekstslide
Walking/ thinking
In tweetallen ga je naar buiten
Tijdens het lopen vertel je elkaar wat je hebt gelezen
Wat is belangrijk om als verzorgende/ verpleegkundige te weten over polyfarmacie?
Wat vind je interessant
Waar heb je vragen over?
timer
20:00
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Er is sprake van polyfarmacie als een zorgvrager vijf of meer verschillende geneesmiddelen chronisch gebruikt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
In de volgende leeftijdsgroep komt polyfarmacie het meeste voor:
A
65-69 jaar
B
70-74 jaar
C
75-84 jaar
D
85 plussers
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de BELANGRIJKSTE oorzaak van polyfarmacie?
A
Ongezonde leefstijl
B
Verkrijgbare zelfmedicatie bij drogist
C
Multimorbiditeit
D
Meerdere behandelaars
Slide 9 - Quizvraag
Het risico van polyfarmacie is dat het neigt naar nog meer polyfarmacie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de reden dat bij ouderen de dosering van het medicijn vaak verlaagt is?
A
Medicijn blijft langer in de bloedsomloop
B
Wissel werking met andere medicatie verkleinen
Slide 11 - Quizvraag
Welke fase van de farmaceutische zorg is het meest risicovol?
A
Voorschrijven
B
Beheren
C
Toedienen
D
Alle fasen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een belangrijke interventie van de verzorgende/ verpleegkundige in de fase van beheren?
A
Zodra de zorgvrager wordt opgenomen, beheer medicatie overnemen
B
Observeren
Slide 13 - Quizvraag
Vooral door het verlies van cognitieve functies kan de zorgvrager niet zelf zijn medicatie innemen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
In de volgende situatie komt het verkeerd gebruik van medicatie vaak voor. Wat is NIET WAAR?
A
Bij zo nodige medicatie
B
Bij medicatie die niet op een lege maag ingenomen mag worden
C
Bij het vermalen van medicatie
D
Bij medicatie die jij bij de drogist kunt kopen
Slide 15 - Quizvraag
Welk soort medicatie wordt vooral besproken tijdens het FTO in het verpleeghuis
A
Bloeddrukverlagers
B
Diuretica (plasmedicatie)
C
Onrustmedicatie
Slide 16 - Quizvraag
BEM
B: Beoordeling
E: Eigen beheer
M: Medicatie
BEM geeft de mate van eigen beheer van de zorgvrager aan. De BEM is bedoeld om informatie uit te wisselen met zowel huisarts, verpleging als apotheek. De apotheek weet op deze manier welke zorgvragers medicatiezorg ontvangen en van welke zorgorganisatie.
Slide 17 - Tekstslide
Vragenlijst
Open in de volgende slide de link om naar de site te gaan waar je de de BEM vragenlijst kunt downloaden
Deze vragen kun je als zorgverleners stellen aan de zorgvrager om zo te achterhalen in welke mate deze in staat is zijn eigen medicatie te beheren