H2 Zakelijke e-mail opdracht 2

Wat gaan we doen?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:

  • Leesboek? 
  • Zakelijke mail/brief
  • Schrijfplan/Reflectie
  • Conventies: zinsbouw en interpunctie
  • Opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een zakelijke brief en een zakelijke mail?

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn de overeenkomsten tussen een zakelijke brief en een zakelijke mail?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Zakelijke e-mail schrijven
Als je iets wilt vragen of meedelen aan iemand die je niet kent, kun je een zakelijke e-mail schrijven. Een zakelijke e-mail stuur je naar personen, bedrijven of organisaties. Je kunt bijvoorbeeld een e-mail sturen, als je een klacht hebt over een bestelling, als je een abonnement wilt opzeggen of als je informatie wilt voor een werkstuk.

Slide 8 - Tekstslide

Zakelijke e-mail schrijven
  1. Leg in de inleiding uit waarom je de e-mail schrijft. Dat noem je de aanleiding. Vertel als dat nodig is, ook wie je bent.
  2. Geef in het middenstuk meer informatie of stel je vragen. Soms stuur je een bijlage mee, zoals de rekening van een bestelling of een ingevuld formulier. Noem deze bijlage dan ook in je tekst.
  3. Spreek in het slot een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld:

– Ik hoop snel een antwoord van u te krijgen.

Slide 9 - Tekstslide

Regels formele mail
  • Schrijf de naam van de ontvanger goed: mevrouw Van Zuilekom
  • Gebruik deze aanhef: Geachte mevrouw Van Zuilekom, (let op de komma!)
  • Maak in je mail een inleiding, middenstuk en slot. Ieder onderdeel een witregel.
  • Gebruik deze slotgroet: Met vriendelijke groet, voor- en achternaam (let op de komma!)
  • Check na het schrijven altijd op fouten en verbeter deze.
  • Begin de eerste zin van je mail niet met 'ik'. 

Slide 10 - Tekstslide

Formeel of informeel?

Slide 11 - Tekstslide

Zijn deze mails...
Informeel
Formeel

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide

Wat doe ik voordat ik een mail of brief ga schrijven?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat mis ik in dit schrijfplan?

Slide 17 - Open vraag

Ik repareerde de fiets

Zet het woord 'alleen' op verschillende plaatsen in de zin en kijk wat voor invloed dat heeft op de betekenis.
timer
2:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Reflecteren?
  • Op de tekst
  • Op het proces 

Slide 22 - Tekstslide

Wat hoort bij reflecteren op de tekst?

Slide 23 - Open vraag

Wat doe ik als ik reflecteer op het schrijfproces?

Slide 24 - Open vraag

Opdracht: 


1. Stuur een zakelijke mail naar elkaar en naar j.vos@vechtdalcollege.nl. Ontwerp een schrijfplan en maak daar gebruik van.
2. Beoordeel elkaars mail op zinsbouw, woordkeus, opbouw, alinea-indeling, spelling, aanhef, lay-out
3. Reflecteer naar aanleiding van de feedback op je eigen schrijfproces. Wat kan beter?

Slide 25 - Tekstslide

 1.Opdracht
Je schrijft mij ( en je medeleerling) een mail waarin je mij probeert te overtuigen om één fictie-opdracht te laten vervallen. Je onderbouwt je vraag met tenminste 3 aannemelijke  argumenten. Voordat je begint met schrijven oriënteer je je op de opdracht en vul je een schrijfplan in die je aan mij laat zien.

Slide 26 - Tekstslide

2. Opdracht
Je beoordeelt elkaars e-mail aan de hand van meerdere criteria:
doelgroep/woordkeuze/opbouw tekst/zinsbouw/aanhef/afsluitende zin/ondertekening/lay-out/alinea-indeling/begrijpelijkheid

Slide 27 - Tekstslide

3.Reflectie


Je herschrijft de mail op basis van de feedback die je van je medeleerling hebt gekregen en stuurt de herschreven mail ook naar mijn mailadres.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide