In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Het procesrecht
Slide 1 - Tekstslide
Welke rechter buigt zich over: Het niet betalen van een rekening?
A
De bestuursrechter
B
De burgerlijk rechter
C
De strafrechter
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een taak van het OM?
A
Het doen van een vonnis in een bestuursrecht zaak
B
Mensen aanhouden die zonder licht fietsen
C
het leiden van een politieonderzoek
D
Automobilisten bekeuren.
Slide 3 - Quizvraag
in welk soort recht is het niet verplicht een advocaat in te schakelen?
A
Burgerlijk recht bij de Rechtbtank
B
Strafrecht
C
Asielprocedure
D
scheidingszaak
Slide 4 - Quizvraag
Jan heeft ruzie met zijn buurman over een overhangende tak. Bij welke rechter komt Jan uit?
A
De strafrechter
B
De burgerlijke rechter
C
De politierechter
Slide 5 - Quizvraag
Dario heeft meegedaan is betrokken bij openbare geweldpleging. Bij welke rechter komt Dario uit?
A
Bestuursrechter
B
Burgerlijke rechter
C
Strafrechter
Slide 6 - Quizvraag
in welk wetboek staan de belangrijkste regels voor het voeren van een procedure in het burgerlijk recht?
A
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV)
B
Wetboek van Strafrecht
C
Strafvordering
D
Algemene wet bestuursrecht
Slide 7 - Quizvraag
Waarom draagt een rechter een toga?
A
Om af te schrikken
B
Om indruk te maken.
C
Om zijn onpartijdigheid uit te drukken
D
Zwart is heel erg in
Slide 8 - Quizvraag
Welke rechter buigt zich over: Het mogelijk onrechtmatig intrekken van een uitkering?
A
De bestuursrechter
B
De burgerlijk rechter
C
De strafrechter
Slide 9 - Quizvraag
Welke rechter buigt zich over: vernieling van auto's door een dronken persoon?
A
De bestuursrechter
B
De burgerlijk rechter
C
De strafrechter
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer spreekt een politierechter recht in een strafzaak.
A
Als het om zware vergrijpen gaat met 10 jaar detentie
B
Als het gaat om huurzaken en betalingen
C
Als het gaat om misdrijven met max 1 jaar gevangenisstraf
D
Als het gaat om aanvragen vergunningen
Slide 11 - Quizvraag
Als je conservatoir beslag wil laten uitvoeren naar welke rechtshulpverleners ga je dan
A
De notaris
B
Bureau voor rechtshulp
C
De deurwaarder
D
De makelaar
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je een geografisch werkgebied van de Rechtbank?
A
Een afdeling
B
Een provincie
C
Een ressort
D
Arrondisiment
Slide 13 - Quizvraag
Welke van de volgende taken behoort niet tot het takenpakket van de griffier?
A
Vonnis uitspreken
B
Aantekeningen maken ter zitting
C
Hulp bij het opstellen van de uitspraak
D
Voorbereiding zaken voor de zitting
Slide 14 - Quizvraag
Tijdens de coronarellen heeft Mark een auto gesloopt in Eindhoven. Hij woont in Leeuwarden. Welke relatieve competentie is mogelijk in een strafproces?
A
Leeuwaarden en Eindhoven
B
Leeuwarden en altijd Den Haag hoge raad
C
Arnhem en Eindhoven
D
uitsluitend daar waar verdachte woont
Slide 15 - Quizvraag
Welke soort vordering wordt NIET door een kantonrechter behandelt
A
Huurachterstand van 50.000 euro
B
Een vordering uit een arbeidszaak
C
Een geldvordering van Euro 10.000
D
Een geldvordering van Euro 30.000
Slide 16 - Quizvraag
Wat is in het burgerlijk recht het uitgangspunt van de relatieve competentie?
A
De woonplaats van de eiser
B
De woonplaats van de gedaagde
C
De rechtbank in Den Haag
D
De keuze is vrij
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste voorwaarde in een kort geding?
A
Dat het om een geldvordering gaat
B
Dat het om een spoedeisend belang gaat
C
Dat de overheid een zaak instelt
D
Dat het gaat om een strafbaar feit
Slide 18 - Quizvraag
Bij wat voor een onderdeel van de rechtbank kom je uit voor een bestuursrzaak
A
Sectie overheid Rechtbank
B
Afdeling vergunningen van een gemeente
C
Sector `bestuursrecht van de rechtbank
D
Overheids toestanden
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van een strafzaak in eerste aanleg?
A
dagvaarding, zitting, vonnis
B
Dagvaarding conclusie van antwoord en vonnis
C
Zitting, vonnis , dagvaarding
D
Oproep per telefoon, zitting en vonnis
Slide 20 - Quizvraag
Welke stelling klopt NIET?
A
Een kantonrechter oordeelt over vordering en tot 25000
B
In het strafprocesrecht kan je niet in hoger beroep
C
De uitspraak van een gerechtshof heet arrest
D
HR staat voor Hoge Raad
Slide 21 - Quizvraag
bij welke instantie ga je in hoger beroep als je het niet eens bent met de kantonrechter
A
De Hoge Raad
B
De Rechtbank
C
De politierechter
D
Het Gerechtshof
Slide 22 - Quizvraag
Strafrechtspraak
Officier van Justitie werkt bij het Openbaar Ministerie (OM)
De officier van Justitie geeft leiding aan het politieonderzoek en beslist of een verdachte voor de rechter moet komen
In een strafzaak staat het OM tegenover de verdachte
Slide 23 - Tekstslide
Burgerlijke rechtspraak
In een rechtszaak in het burgerlijk recht staan twee burgers of een burger en een bedrijf tegenover elkaar, omdat ze een verschil van mening hebben over rechten/plichten tegenover elkaar. De rechter wordt gevraagd te beslissen wie er gelijk heeft
Slide 24 - Tekstslide
Bestuursrechtspraak
In een rechtszaak in het bestuursrecht staan de overheid en een burger of bedrijf tegenover elkaar. Meestal omdat een burger het niet eens is met een besluit van een bestuursorgaan. De rechter wordt gevraagd te beslissen wie er gelijk heeft.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Het procesrecht beschrijft
Hoe je een gerechtelijke procedure begint
Hoe de procedure verloopt
Welke uitspraak een rechter kan doen
Wat je kunt doen als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechter
Slide 27 - Tekstslide
Strafprocesrecht
Beschrijft de gang van zaken tijdens het strafproces, de bevoegdheden van de politie en het OM, de rechten van de verdachte, etc.
Je vindt het strafprocesrecht in het Wetboek van Strafvordering (Sv) en in bijzondere strafwetten (bijv. Opiumwet)
Slide 28 - Tekstslide
0
Slide 29 - Video
Burgerlijk procesrecht
De regels van het burgerlijk procesrecht vind je in het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv)
De partij die de procedure start wordt de 'eiser' genoemd
De 'gedaagde' is de andere partij
Een rechtszaak in het burgerlijk recht start meestal met een dagvaarding, soms met een verzoekschrift
De regels van het bestuursprocesrecht staan in hoofdstuk 6, 7 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Voordat je een zaak start bij de bestuursrechter, moet je eerst een bezwaarschriftprocedure hebben doorlopen. Dit wordt ook wel de voorprocedure genoemd. Als je het niet eens bent met de reactie op bezwaar, kun je in beroep bij de bestuursrechter
De partijen in het bestuursrecht heten bestuursorgaan (= overheidsinstantie) en belanghebbende (= burger of bedrijf)
Slide 32 - Tekstslide
In welk van de volgende gevallen is het burgerlijk procesrecht in een juridische procedure van toepassing?
A
De gemeente schenkt vier saxofoons aan een harmonie.
B
De gemeente verstrekt subsidie aan een harmonie.
C
De gemeente verleent een bouwvergunning aan een harmonie.