H8: Hart en bloedsomloop

Hart en bloedvatenstelsel
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hart en bloedvatenstelsel

Slide 1 - Tekstslide


Bloed

Slide 2 - Tekstslide

Samenstelling bloed

Slide 3 - Tekstslide



Rode bloedcellen

Geen celkern


Vervoeren zuurstof


Rode kleurstof = hemoglobine


Hemoglobine ook binding zuurstof

Weinig hemoglobine = bloedarmoede

Slide 4 - Tekstslide

etter / pus
Een ander woord voor 'etter' is 'pus' 

Etter bestaat uit dode witte bloedcellen en dode bacteriën. 

In 1 mm3 bloed, komen gemiddeld 7.000 witte bloedcellen voor. 

Slide 5 - Tekstslide

Trombose

Slide 6 - Tekstslide

Bloedsomloop

Slide 7 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 10 - Tekstslide

Het Hart

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

De hartslag 

Slide 14 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Blauw: Zuurstofarm
Rood: Zuurstofrijk
Van het hart af: Slagader
Naar het hart toe: Ader
Meestal zijn slagaders zuurstofrijk en aders zuurstofarm. Maar er zijn uitzonderingen!

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht

Benoem de verschillende onderdelen in je schrift (zonder boek).
Kijk hoe ver je komt.
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

antwoord

1= bovenste holle ader.
2=longslagader.
3= rechterboezem.
4= onderste holle ader.
5= rechterkamer.
6= poortader
7= halsslagader.
8= longader.
9= linkerboezem
10= aorta
11= linkerkamer.
12= leverslagader
13=darmslagader
14= nierslagader.

Slide 18 - Tekstslide

Loopt van darm naar lever
Poortader

Slide 19 - Tekstslide

Uitzonderingen
Afwijkende namen:
  • Onderste holle ader
  • Bovenste holle ader
  • Aorta 
  • Poortader

Slide 20 - Tekstslide

Bloedvaten - Noem de verschillen

Slide 21 - Tekstslide

Verschillende bloedvaten

Slide 22 - Tekstslide

B4 De bloedvaten
Pak je schrift en teken deze bloedvaten over. 
Wat is wat? En waarom?

Slide 23 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten

Slide 24 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten

Slide 25 - Woordweb

Voedsel met veel verzadigde vetten.
Roken

Slide 26 - Tekstslide

Aderverkalking
  • Cholesterol
  • aderverkalking
  • Bloed klontering als de wand beschadigd raakt

Slide 27 - Tekstslide

Bloeddruk, te hoog/laag
Hoge bloeddruk -> beschadiging bloedvaten

Lage bloeddruk -> flauwvallen

Slide 28 - Tekstslide

Hartinfarct
Soms raakt een kransslagader verstopt. Dit deel krijgt dan geen zuurstof meer en kan doodgaan. 

Een ander woord voor hartinfarct is hartaanval

Slide 29 - Tekstslide

Herseninfarct
Ook een bloedvat in de hersenen kan verstopt raken. 
Dit heet een herseninfarct.
Een ander woord voor herseninfarct is beroerte.
Een deel van de hersenen kan afsterven en daardoor kan je verlamd raken

Slide 30 - Tekstslide

Dotteren
Een stent houdt het bloedvat voor langere tijd open

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Vis en fruit zitten vol met verzadigde vetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Een te hoge bloeddruk kan leiden tot
A
Flauwvallen
B
Slechte conditie
C
Beschadiging bloedvaten
D
Een infarct

Slide 34 - Quizvraag

Een te lage bloeddruk kan leiden tot
A
Flauwvallen
B
Slechte conditie
C
Beschadiging bloedvaten
D
Een infarct

Slide 35 - Quizvraag

Een 'infarct' is een
A
Hartaanval
B
Beroerte
C
Beschadigd bloedvat
D
Een verstopt bloedvat

Slide 36 - Quizvraag

'Dotteren' is
A
Het verwijden van een bloedvat
B
Het herstellen van een bloedvat
C
Het omleggen van een bloedvat
D
Het afsluiten van een bloedvat

Slide 37 - Quizvraag

Een 'bypass' is
A
Het verwijden van een bloedvat
B
Het herstellen van een bloedvat
C
Het omleggen van een bloedvat
D
Het afsluiten van een bloedvat

Slide 38 - Quizvraag

Weefselvloeistof en Lymfe

Slide 39 - Tekstslide

Weefselvloeistof

Slide 40 - Tekstslide

Hoe komen stoffen bij je cellen?

Stap 1:
Bloedplasma wordt weefselvloeistof.
(Bloedplasma buiten een haarvat noem je weefselvloeistof).

Stap 2:
Opname van stoffen uit de weefselvloeistof.

Slide 41 - Tekstslide

Weefselvloeistof
bloedplasma
Lymfe

Slide 42 - Tekstslide

Lymfevaten hebben kleppen (net als aders) om te zorgen dat de lymfe de goede kant op stroomt.

Slide 43 - Tekstslide

Lymfeknopen
In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van ziektekiemen.

Daarnaast maken de lymfeknopen witte bloedcellen.

Slide 44 - Tekstslide

Oedeem
Als een lymfevat verstopt raakt, kan weefselvloeistof niet worden afgevoerd.

Dit leidt tot een vochtophoping, ook wel oedeem.

Slide 45 - Tekstslide