5. De organen voor vertering

De organen voor vertering
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt de onderdelen van het verteringsstelsel benoemen en aangeven welke functie deze onderdelen van het verteringsstelsel hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Deze man eet een appel, de stukjes appel poep je vervolgens weer uit. Langs welke weg is de appel gegaan? Sleep de namen van de organen op de juiste volgorde:
Anus
Dikke darm
Dunne darm
Maag
Mondholte
Slokdarm

Slide 3 - Sleepvraag

Leg in eigen woorden uit wat peristaltische bewegingen zijn:

Slide 4 - Open vraag

Waar in het lichaam vind je peristaltische bewegingen?

Slide 5 - Open vraag

Moet verteert worden
Hoeft niet verteert te worden
mineralen
vitaminen
vetten
eiwitten
water
zetmeel
glucose

Slide 6 - Sleepvraag

Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige
darm
Maag

Slide 7 - Sleepvraag

Speekselklieren

Slide 8 - Tekstslide

Voedsel inslikken

Slide 9 - Tekstslide

Maag
* Je maag is eigenlijk altijd in beweging
* Tijdelijke opslag voor voedsel
* Aan het eind zit de kringspier (maagportier). Deze laat telkens kleine hoeveelheden voedsel door naar de twaalfvingerige darm.
* Maagsap bestaat onder andere uit water, maagzuur en enzym.
* Het enzym verteerd eiwitten 
* Maagzuur dood de overgebleven bacteriën

Slide 10 - Tekstslide

De maag

Slide 11 - Tekstslide

Lever, galblaas, alvleesklier en twaalfvingerige darm
* In de twaalfvingerige darm eindigen de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier
* De levert produceert gal en wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas.
* Gal emulgeert vetten (maakt grote vetdruppels in kleine vetdruppeltjes)
* Alvleessap bevat enzymen die eiwitten, koolhydraten en vetten verteren

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Dunne darm
* Darmsap bevat verschillende enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaakt.
* Alle verteringssappen bevatten ook water, daarom bevat de voedselbrij nu veel water. In dit water zijn de voedingstoffen en verteringsproducten opgelost.
* Een groot deel van dit water met opgeloste stoffen wordt in het bloed opgenomen.

Slide 14 - Tekstslide

* De wand van de dunne darm is sterk geplooid.
* Darmplooien hebben weer uitstulpingen: de darmvlokken
* Hierdoor is de oppervlakte van de dunne darm erg groot. Ook de wand is erg dun, zo kunnen voedingsstoffen en verteringsproducten makkelijk worden opgenomen in het bloed
* Darmvlokken bevatten bloedvaten, het bloed stroomt via de poortader naar de lever en vervolgens door het hele lichaam

Slide 15 - Tekstslide

Bouw van de dunne darm

Slide 16 - Tekstslide

Blindedarm, dikke darm en endeldarm
* Vanuit de dunne darm komt een waterige brij van onverteerde voedselresten in de dikke darm
* De dikke darm haalt een groot deel van het water uit de brij
* Plantencellen bevatten een celwand die uit cellulose bestaat. Je lichaam maakt geen enzym die cellulose kan verteren. In je dikke darm leven wel bacteriën, waarvan een deel  wel een enzym maakt die cellulose kan omzetten in suiker

Slide 17 - Tekstslide

* Er worden nog meer nuttige stoffen door bacteriën geproduceerd. Bijv. vitamine K
* Uiteindelijk komen de ingedikte, onverteerde resten in de endeldarm. Dit noemen we ontlasting
* De endeldarm wordt afgesloten door de anus. Dit is een kringspier. Als de endeldarm vol is ontspan je de kringspier en pers je je endeldarm leeg

Slide 18 - Tekstslide

Dikke darm

Slide 19 - Tekstslide

Wat ga je doen
Maak tot en met opdracht 27


Slide 20 - Tekstslide