2BL_5.8_Spelling

Hoofdstuk 5.8 Spelling 
les 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5.8 Spelling 
les 1

Slide 1 - Tekstslide

Het woord rijd is fout
gespeld.
Leg uit wat er fout is.

Slide 2 - Open vraag

Wat klopt hier niet?

Slide 3 - Open vraag

En deze?

Slide 4 - Open vraag

Vandaag gaan we verder met het schema werkwoordspelling en je leert verkleinwoorden maken.
  • het schema werkwoordspelling gebruiken;
  •  verkleinwoorden maken;
  • vijf dicteewoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Mijn zusje heeft een nieuwe fiets gekregen.

Slide 6 - Open vraag

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

Slide 7 - Open vraag

Mijn zusje heeft een nieuwe fiets gekregen.
  1. Verander de tijd: Mijn zusje had een nieuwe fiets gekregen.
  2. Maak een vraagzin: Heeft mijn zusje een nieuwe fiets gekregen?
  3. Verander het aantal personen: Mijn zusjes hebben een nieuwe fiets gekregen.

Slide 8 - Tekstslide

blz 128 Gebruik het schema!!

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 5.8 Spelling 
les 2

Slide 10 - Tekstslide

Verkleinwoorden
De meeste verkleinwoorden maak je door -je, -pje of -tje achter het zelfstandig naamwoord te zetten.

Voorbeelden: bankje, boompje, tafeltje

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het verkleinwoord op van
auto

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het verkleinwoord op van
vriendin

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het verkleinwoord op van
ring

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het verkleinwoord op van
pinda

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het verkleinwoord op van
spel

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het verkleinwoord op van
pony

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het verkleinwoord op van
geluid

Slide 19 - Open vraag

Opdracht 6 t/m 10
blz. 129 t/m 131. Dit is huiswerk voor vrijdag 24 mei.


timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide