De meeste
verkleinwoorden maak je door
-je, -pje of -tje achter het zelfstandig naamwoord te zetten.
Voorbeeld: bankje, boompje, tafeltje.
Let op.
• Eindigt een woord op –ng, dan maak je het verkleinwoord met -nkje of -etje.
ketting – kettinkje
tekening – tekeningetje