Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formuleren p.5: lastige verwijswoorden
Terugblik Formuleren P 3 en 4
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Terugblik Formuleren P 3 en 4
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Terugblik (20)
Formuleren P5 (15)
Aan de slag! (20)
Nakijken (10)
Slide 2 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het eind van deze les ken je:
de regels voor het gebruik van de verwijswoorden
dat/wat
en
waarmee/met wie
.
Slide 3 - Tekstslide
P5 Formuleren
Je hebt in hoofdstuk 3 en 4 geleerd wat
verwijswoorden
zijn en hoe je die kunt gebruiken. Er zijn een paar lastige verwijswoorden:
hen of hun;
dat of wat;
waar + voorzetsel of voorzetsel + wie.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
P5 Formuleren
Je gebruikt
dat
:
als je verwijst naar een onzijdig woord (een 'het-woord').
Het raam -
dat
raam,
Je gebruikt
wat
:
na onbepaalde voornaamwoorden: alles, iets, niets, veel, het enige.
Alles
wat
hij wist, schreef hij op.
na een overtreffende trap: het mooiste, het aardigste, het grootste.
Dit is het mooiste
wat
ik ooit heb gezien.
als je verwijst naar dat of datgene.
Dat
wat
ik vergeten ben, zal ik noteren.
als wat terugverwijst naar een voorafgaande zin.
Wij gaan komende zomer weer kamperen,
wat
ik heel fijn vind.
DAT of WAT?
Slide 6 - Tekstslide
Liegen is iets ... ik nooit zal doen
A
wat
B
dat
Slide 7 - Quizvraag
Mijn broer maakt altijd veel lawaai, ... ik irritant vind.
A
wat
B
dat
Slide 8 - Quizvraag
Het huis ... je daar ziet, is van mijn oom.
A
wat
B
dat
Slide 9 - Quizvraag
P5 Formuleren
Je gebruikt
waar + voorzetsel
(waarmee/waarvan)
:
als je verwijst naar dieren en dingen: daar/waar + vz.
Het boek waarover je laatst vertelde, heb ik inmiddels ook gelezen
Je gebruikt
voorzetsel + wie
(met wie/van wie):
als je verwijst naar mensen.
De klasgenote met wie ik het liefst samenwerk, heet Anouk.
Waarmee of met wie?
Slide 10 - Tekstslide
Dat is iemand ... je altijd gezellig kunt kletsen.
A
waarmee
B
met wie
Slide 11 - Quizvraag
Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 2, 3 (zin b,c,e,f), 4 (zin 2, 3, 5 en 6)
Hoe? Lesboek en schrift
Tijd? 20 minuten
Hulp? Je mag samenwerken
Klaar? Nakijken (antwoorden in Drive) + aantekening maken vrouwelijke uitgangen
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
AR1 Formuleren H6
Juni 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren H3 fouten met verwijzen
Februari 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling Formuleren H1 t/m H3 + H5 + H6
Maart 2023
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1 h/v: Formuleren H6: lastige verwijswoorden
December 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Spelling + Formuleren Deel 2
Mei 2021
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1 h/v : Herhalen Formuleren H1-6
Mei 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhalen Formuleren H1-6
November 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1h/v: formuleren hoofdstuk 6
Februari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school