Begrijpend lezen kernbegrippen

Begrijpend lezen - herhaling
H5 Talent - Tekststructuur
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Begrijpend lezen - herhaling
H5 Talent - Tekststructuur

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leesstrategieën
6 manieren om een tekst te lezen: 
1. Oriënterend
2. Globaal
3. Intensief
4. Zoekend
5. Kritisch
6. Studerend

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding (zie pag. 77)
Een goede tekst bestaat uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot.

De inleiding van een tekst heeft twee functies:
  1. de aandacht van het publiek trekken; 
  2. het onderwerp van de tekst introduceren. 

Slide 4 - Tekstslide

Kern/middenstuk (zie pag. 79)
In een middenstuk krijg je de zogenaamde 'kopjesvragen', waar gaan de verschillende alinea's over.  
Bepaal daarvoor de kernzinnen. De kernzin is de belangrijkste zin in een alinea. Voorkeursplaatsen zijn aan het begin of eind.
Let bij onderwerpswisselingen op de overgangszin, die twee alinea's aan elkaar verbindt.

Slide 5 - Tekstslide

Slot (zie pag. 80)
Een goed opgebouwde tekst eindigt met een goede afronding. Dat kan zijn een samenvatting, afweging , aanbeveling, oproep of een toekomstverwachting. 

Slide 6 - Tekstslide

De uiteenzetting



Tekst met als doel: informeren

Slide 7 - Tekstslide

Uiteenzetting

Slide 8 - Woordweb

Het betoog



Tekst met als doel: overtuigen

Slide 9 - Tekstslide

Betoog

Slide 10 - Woordweb

De beschouwing



Tekst met als doel: 
opiniëren

Slide 11 - Tekstslide

Beschouwing

Slide 12 - Woordweb

Nakijken eSports
2a Doel is informeren

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 3abc
3a Er is sprake van een vraag-antwoordstructuur. Elk tekstdeel bestaat uit een deelvraag waar een antwoord op volgt.

3b De tekst gaat niet over de vraag of eSports wel of geen echte sport zijn. In de eerste zin wordt al gezegd dat dat wel zo is en daarna gaat de tekst verder over andere deelonderwerpen.

3c Bijvoorbeeld:
‘Waarom zijn eSports een echte sport?

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 3def
– De laatste zin van de inleiding is een vraag. Daarop wil je als lezer graag antwoord.
– De eerste zin ‘Sport heeft een nieuw broertje: eSports.’ geeft antwoord op de vraag uit de titel.
– De tweede zin bevat een tegenstelling: ‘lang met de nek aangekeken door ‘echte sporter’ < > voor miljoenen millennials de activiteit om te doen en te beleven’
3e Alinea 12 en 13
3f Terugkeren naar het begin: in alinea 12 lijkt de tekst nog een ander antwoord op de vraag uit de titel te geven, namelijk misschien zijn eSports toch geen echte sport.
Toekomstverwachting: Het beeld dat geschetst wordt in alinea 12 laat zien dat je je tijd beter in een fysieke sport had kunnen steken als in de toekomst blijkt dat eSports geen echte sport zijn.
Aanbeveling: alinea 13 spoort je aan om de website Allesoversport.nl in de gaten te houden voor meer ontwikkelingen.

Slide 15 - Tekstslide

Vraag 4ab
4a Er gaat veel geld om in deze wereld en er zijn veel supporters.
4bBijvoorbeeld:
– Een sport kan door veel mensen gespeeld worden.
– Een sport kan een rijke geschiedenis hebben.
– Een sport kan in veel verschillende landen gespeeld worden.
– Een sporter kan heel veel prijzen hebben gewonnen.
– Een sporter kan extreem goed in iets zijn.


Slide 16 - Tekstslide

Vraag 4cde
– De spelers en bezoekers van zo’n toernooi delen de emoties (en dat kan thuis op de bank niet).
– Toernooien voor spelers van computerspellen trekken al sinds de jaren tachtig publiek.
4d Ja, je ziet duidelijk de emoties bij spelers en publiek.
4e In alinea 12 staat dat de meerderheid van de supporters misschien toch het prototype mannelijke couch potato kan blijken te zijn. Dat is dus bijzonder onsportief. Het voorgaande gaat juist over waarom eSports wel een echt sport zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 4f
f
Bijvoorbeeld:
eSports zijn een echte sport. Deze wedstrijdvorm van computerspellen trekt inmiddels een publiek dat zich kan meten met dat van American football. Het prijzengeld ligt bij eSports aanmerkelijk hoger. De magie van een eSportstoernooi doet niet onder voor die van een ander sportevenement. Spelers zijn voornamelijk jonge mannen, maar het supporterspubliek lijkt meer gemengd. Kortom, eSports lijken op veel fronten op andere sporten.

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 5
5a
C is het minst feitelijk. Magie is geen feitelijk begrip of je die wel of niet ervaart verschilt per persoon.
5b De tekst toont hiermee aan dat de eSportswereld minstens zo groot of misschien wel groter is dan die van sporten die we wel allemaal als sport erkennen, zoals tennis en golf.
5c Dit zijn objectieve argumenten. Elke vergelijking wordt cijfermatig ondersteund.

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten bij filmfragment 2

6a Het gesprek is voornamelijk informerend.






Functie(s)
F 1
F 2
F 3
F 4
A De gast Gullit gunstig stemmen
x
x
x
B De jongere kijkers laten zien wat een goede voetballer Gullit op het veld was
x
C De kijker laten zien hoe groot Gullit als speler in het spel FIFA is
x
x
D De kijker laten zien hoe groot het FIFA-spel is
E De kijker laten zien hoe tactisch het FIFA-spel is
x

Slide 20 - Tekstslide