het gebruik van breuken en percentages
- het gaat altijd om een deel van iets.
Soms reken je makkelijker met een breuk (delen door),
soms reken je makkelijker met een percentage.
(gedeeld door 100 x ...)
voorbeelden
- 7/10 van € 330,00 330,00:10x7 = € 231,00
is hetzelfde als 70% van € 330,00 330,00:100x70= € 231,00
- 25 % van 400 studenten 400 : 100 x 25 = 100 stn
is hetzelfde als 1/4 van 400 studenten 400 : 4 = 100 stn