Debat 2V

Debatteren
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Debatteren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een betoog
A
Een tekst om iemand iets te leren
B
Een tekst om iemand iets te verkopen
C
Een tekst om iemand te vermaken
D
Een tekst om ervoor te zorgen dat iemand het met je eens is

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Overtuigen
D
Instrueren

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Doel van deze les
  • Jullie weten wat een stelling is.
  • Jullie weten wat argumenten zijn.
  • Jullie kunnen beargumenteren waarom je het wel of niet eens bent met een stelling.
  • Jullie kunnen met elkaar van mening wisselen over een stelling.

Slide 7 - Tekstslide

ben je het er mee eens of niet
  • Je krijgt een dia met een stelling te zien
  • bedenk voor jezelf of je het er wel of niet mee eens bent
  • Bedenk een argument waarom je het er wel/niet mee eens bent en schrijf dit argument op
  • Als de docent het aangeeft, bespreek je dit met je  buurman/vrouw 

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk moet geheel vervangen worden door extra werktijd op school

  • Ik ben het er wel/niet mee eens.
  • geef een argument (omdat)
  • schrijf je argument op 
  • zoek hier ook een bron bij!

Slide 9 - Tekstslide

Dierentuinen doen meer kwaad dan goed

  • Ik ben het er wel/niet mee eens.
  • geef een argument (omdat)
  • schrijf je argument op 
  • zoek hier een bron bij!

Slide 10 - Tekstslide

Dierenrechten moeten in de grondwet worden opgenomen

  • Ben je het er mee eens?  Ja/Nee
  • Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee eens
  • schrijf het argument op
  • zoek hier een bron bij!

Slide 11 - Tekstslide

gewelddadige games moeten verboden worden

  • Ben je het er mee eens? Ja/Nee
  • Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee   eens
  • schrijf het argument op
  • Kun je dit onderbouwen?

Slide 12 - Tekstslide

Proeven met dieren voor onderzoek moet verboden worden

  • Ben je het er mee eens? Ja/Nee
  • Bedenk een argument. Waarom ben je het er wel/niet mee     eens
  • Schrijf het argument op

Slide 13 - Tekstslide

Alcohol mag niet aan jongeren onder de 18 jaar verkocht worden
Bedenk samen met een klasgenoot 3 argumenten voor en tegen de stelling

Gebruik je het internet om argumenten te zoeken

Slide 14 - Tekstslide

Consumenten vuurwerk moet volledig verboden worden.
Bedenk  minstens drie argumenten voor deze stelling en schrijf deze op

Bedenk minstens drie argumenten tegen deze stelling en schrijf deze op

Maak hierbij gebruik van het internet

Slide 15 - Tekstslide

Energiedrankjes mogen onder de 18 jaar niet meer verkocht worden
1. Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 4 argumenten tegen deze stelling en schrijf deze op.

2. Bedenk samen met een klasgenoot minimaal 4 argumenten voor deze stelling en schrijf deze op

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je leert bij debatteren je eigen mening te onderbouwen en goed onder woorden te brengen.
  • Je leert ook kritisch te luisteren en je te verplaatsen in de gedachten van anderen.
  • Je leert anderen te overtuigen.

Slide 17 - Tekstslide



  1.  Het is niet de bedoeling dat je van mening verandert. 
  2.  Je probeert niet je tegenstander, maar de jury te overtuigen.
  3.  Probeer op een argument een tegenargument te geven.

Slide 18 - Tekstslide

Regels tijdens het debat:


  1. Je blijft respectvol
  2. Je gebruikt geen scheldwoorden
  3. Blijf bij de stelling
  4. Je valt nooit een persoon aan, maar de argumenten van de persoon
  5. Je lacht (een ander) niet (uit) 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een goede stelling?

Slide 20 - Tekstslide

Een goede stelling:


  • bevat geen ontkenning (niet)
  • bevat geen argumenten
  • is kort en bondig
  • is interessant voor voor- en tegenstanders

Slide 21 - Tekstslide

Welke stelling is niet goed geformuleerd
A
Wietteelt moet gelegaliseerd worden
B
Gamen is slecht voor je
C
Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken
D
Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Slide 22 - Quizvraag

Bedenk samen met je buurman of buurvrouw een prikkelende stelling.

Slide 23 - Open vraag

Stelling 1
     Vrouwelijke topsporters moeten hetzelfde verdienen als mannelijke topsporters.


Slide 24 - Tekstslide

opdracht
1. maak viertallen en verdeel je in groepjes van 2
2. stelling:
3. bedenk argumenten voor en tegen de stelling.
4. bedenk wat je gaat zeggen tijdens het debat, probeer bronnen te vinden!

Slide 25 - Tekstslide

timer
12:00

Vrouwelijke topsporters moeten hetzelfde verdienen als mannelijke topsporters.

Groep 1 = Voorstander
Groep 2 = Tegenstander
Groep 3 = Jury


Slide 26 - Tekstslide

timer
12:00


Bowlen moet een olympische sport worden.

Groep 2 = Voorstander
Groep 3 = Tegenstander
Groep 1 = Jury

Slide 27 - Tekstslide

timer
12:00


De winter- en zomertijd moet afgeschaft worden.

Groep 3 = Voorstander
Groep 1 = Tegenstander
Groep 2 = Jury

Slide 28 - Tekstslide

En dan nu het debat....
Je gaat nu per groepje debatteren. 
Docent geeft aan wie voor of tegen is

Slide 29 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Tops

Slide 31 - Open vraag

Tips

Slide 32 - Open vraag