Examentraining H7

Examen-
training

4GT

H7

Verbanden
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examen-
training

4GT

H7

Verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wil jij nog uitleg over?
Lineaire formules opstellen
Exponentiële formules opstellen
Grafieken tekenen
Inklemmen
Periodieke verbanden
Overige verbanden

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Lineair verband
Een lineair verband is een regelmatig verband
Er komt elke stap hetzelfde bij en de grafiek is een rechte lijn.

De formule ziet er zo uit

B = begingetal + richtingscoëfficiënt x A
(de letters A en B kunnen verschillende letters zijn)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabel 

Begingetal 
onder de 0

Richtingscoëfficiënt :
toename onder : toename onder
Grafiek 

Begingetal
snijpunt verticale-as

Richtingscoëfficiënt: 
Toename verticaal : toename horizon taal 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het RC?
A
6
B
2
C
3
D
0,5

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke formule hoort bij de tabel hiernaast?
Let op, geen spaties

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel de formule op voor deze grafiek
kies voor lengte l en aantal uren a

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel de formule op bij de lijn h

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de formule bij lijn k?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exponentieel verband
Een exponentieel verband gaat de hele tijd keer dezelfde factor.
De formule heeft een begingetal en een groeifactor. 
A = begingetal x groeifactort
De groeifactor kan je op twee manieren uitrekenen
tabel                                                                          procenten
nieuw:oud                                                                (%+100):100

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de groeifactor?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beginhoeveelheid?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel de formule op.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een spaarrekening heeft 1,2% rente. Welke groeifactor hoort hierbij?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het aantal inwoners van een dorp neemt elk jaar met 8,1% af.
Welke groeifactor hoort hierbij?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de inflatie stijgen de prijzen met 2,3% per maand. Welke groeifactor hoort hierbij?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


In 2040  zal er 15 miljoen ton olie geproduceerd worden. 

Slide 23 - Open vraag

Rond af op hele miljoenen 
Grafieken tekenen 
- Gelijke stapjes op de assen 
- assen benoemen (wat zijn je getallen)
- alleen een lineair verband met liniaal
- geen lineair verband >> vloeiende lijn!
- punten zo nauwkeurig mogelijk tekenen! 
- tekenen met potlood!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inklemmen is gewoon gokken
En daarna ga je het controleren 
Dus als je een formule hebt en je weet het antwoord
Altijd inklemmen! 
Proberen in je rekenmachine
Goede antwoord op schrijven 
1 erboven en 1 eronder 
en je CONCLUSIE (met woorden geen pijltjes!)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken met behulp van inklemmen wanneer B=25 in de formule
Rond je antwoord af op 1 decimaal
B=3a2+2

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periodieke verbanden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige verbanden 
Kwadratische, wortel en machtsverband.
Je moet een formule kunnen invullen 
grafiek kunnen tekenen 
inklemmen met behulp van de formule
Zie examen vragen... 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies