6.1 Vergrotingsfactor - 2KT

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

● Leerdoelen bespreken

● Terugblik: VK

● Uitleg: 6.1

● Zelfstandig werken

● Leerdoel behaald?

Welkom bij wiskunde

bij

bij

Laptop op tafel

Leg je spullen op tafel

Wat gaan we doen?

Leerdoelen

Je kunt de vergrotingsfactor 

berekenen bij vergroten.

Je kunt de vergrotingsfactor

berekenen bij verkleinen.

H6: Vergroten en verkleinen

VK: 

6.1: Vergrotingsfactor

6.2: Gelijkvormige

        driehoeken

6.3: Oppervlakte en

        inhoud vergroten

6.4: Schaal

6.5: schaalmodel

6.1: Vergrotingsfactor

Kijkvragen:

• Wat is de vergrotingsfactor?
• Waarvoor gebruiken we deze?
  

0

6.1: Vergrotingsfactor

De foto noemen we het origineel, hiervan wordt een vergroting gemaakt. De vergroting heet het beeld. De twee afbeeldingen zijn dan gelijkvormig.

6.1: Vergrotingsfactor

De vergrotingsfactor bereken je met:

• vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel
  
  
• Neem bij beide afbeeldingen altijd dezelfde 'lijn' die je meet.

6.1: Vergrotingsfactor

Voorbeeld:

Rechthoek A'B'C'D' is een vergroting van rechthoek ABCD. Bereken de vergrotingsfactor.

6.1: Vergrotingsfactor

Voorbeeld:

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

6.1: Vergrotingsfactor

Voorbeeld:

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

2 cm

3 cm

6.1: Vergrotingsfactor

Voorbeeld:

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

                                       =              3            :             2                     = 1,5

 Dus de vergrotingsfactor is 1,5.

2 cm

3 cm

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.

De vergrootte lijn noemen we het beeld.

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.

De vergrootte lijn noemen we het beeld.

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.

De vergrootte lijn noemen we het beeld.

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Lengte vergroting =     3                      x              5                

6.1: Vergrotingsfactor

Hoe reken je uit hoe lang een lijn van 5 cm wordt als je die 3 keer vergroot wordt?

Vergrotingsfactor = 3
De lijn van 5 cm noemen we het origineel, hier begon je mee.

De vergrootte lijn noemen we het beeld.

Lengte beeld = vergrotingsfactor x lengte origineel

Lengte vergroting =     3                      x              5                  = 15 cm

Huiswerk

Keuze: 

afmaken en laten zien:

Maken van H6:

Blz. 57:  opg. 4 t/m 6 + 9 t/m 16

Achter de les

Leerdoelen behaald?

Je kunt de vergrotingsfactor 

berekenen bij vergroten.

Je kunt de vergrotingsfactor

berekenen bij verkleinen.

Je kunt de vergrotingsfactor gebruiken om te tekenen.

H8: Inhoud en vergroten

VK: 

8.1: Inhoud prisma en cilinder

8.2: Inhoud piramide en

         kegel

8.3: Vergrotingsfactor

8.4: Gelijkvormige

        driehoeken

8.5: Oppervlakte en

        inhoud vergroten

8.6: Schaal

8.7 schaalmodel

Inhoud 'recht ruimtefiguur'= opp. grondvlak x hoogte          

• I kubus = lengte x breedte x hoogte
  
  
• I balk = lengte x breedte x hoogte
  
  
• I cilinder = straal² x        x hoogte
  
  
• I prisma       =  0,5 x zijde x bijbehorende hoogte x hoogte     

π

Δ

(I = Inhoud)

Inhoud 'puntig ruimtefiguur' =       x opp. grondvlak x hoogte

• I piramide                  =       x lengte x breedte x hoogte
  
  
  
• I kegel =     x straal2 x      x hoogte

​3​​1​​

​3​​1​​

π

​3​​1​​

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Inhoud

​3​​1​​⋅straal​2​​⋅π⋅h

I.kubus

I.prisma

I.kegel

I.cilinder

l⋅b⋅h

​2​​1​​⋅z⋅bh⋅h

zijde​3​​(=l⋅b⋅h)

​3​​1​​⋅l⋅b⋅h

straal​2​​⋅π⋅h

I.piramide

I.balk

Formules