Rechtszaak, schulduitsluitingsgronden, straffen vwo 4

H2.7: Strafrecht: berechting 
  • Je kunt benoemen welke rechtbanken en welke rechters er zijn.
  • Je kent de verschillende stappen in een rechtszaak.
  • Je kunt de verschillende strafuitsluitingsgronden benoemen en weet wanneer welke strafuitsluitingsgrond speelt.
  • Je kent de verschillende straffen die een rechter kan opleggen.
  • Je kent de verschillende doelen van straffen en kunt ze herkennen in een bron.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H2.7: Strafrecht: berechting 
  • Je kunt benoemen welke rechtbanken en welke rechters er zijn.
  • Je kent de verschillende stappen in een rechtszaak.
  • Je kunt de verschillende strafuitsluitingsgronden benoemen en weet wanneer welke strafuitsluitingsgrond speelt.
  • Je kent de verschillende straffen die een rechter kan opleggen.
  • Je kent de verschillende doelen van straffen en kunt ze herkennen in een bron.

Slide 1 - Tekstslide

1

Slide 2 - Video

01:48
Wat is een strafuitsluitingsgrond?
Weet iemand al een voorbeeld te noemen van een strafuitsluitingsgrond? 

Slide 3 - Tekstslide

Het strafproces 
Aanhouding
Politie 
Opsporing
Officier van justitie & politie
Vervolging
Openbaar ministerie
Berechting
Rechter
Hoger beroep/ cassatie
Gerechtshof/ de hoge raad 
Uitvoering van de straf
Ministerie van rechtsbescherming

Slide 4 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Wie zit waar? 
1. Bode  2. Parketpolitie  3. Officier van Justitie                4. Rechter  5. Griffier   6. Advocaat   7. Verdachte            8. Getuige   9. Pers  10. Publiek (slachtoffer)

Slide 6 - Tekstslide

7 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                              
2: Tenlastelegging (aanklacht)                   
3: Onderzoek         
4: Requisitoir       
5: Pleidooi              
6: Laatste woord verdachte    
7. Vonnis                       

timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Rechtbanken 
Rechtbanken
Gerechtshoven
Hoge raad
Geheel nieuwe behandeling
Schending wetten/regels 
Hoger beroep
In cassatie

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de Officier van Justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervraging eist de Officier een                       . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf te geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

timer
2:00
aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 9 - Sleepvraag

Wanneer ben je schuldig?
  • Gaat het om een strafbaar feit?
  • Is bewezen dat de verdachte het gedaan heeft?
  • Is de verdachte strafbaar?

3x ja = schuldig

Slide 10 - Tekstslide

Strafuitsluitingsgronden

Rechtvaardigingsgronden

Gepleegde feit is door bijzondere omstandigheden niet meer strafbaar. (noodweer, overmacht-noodtoestand, ambtelijk bevel)


Schulduitsluitingsgronden

Gepleegde feit is wel strafbaar, maar de dader heeft geen schuld. (psychische overmacht, noodweer-exces, ontoerekeningsvatbaarheid, afwezigheid van schuld) 




Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Noodweer

- Verdedigen tegen geweld.

- Niet strafbaar als het gebruikte geweld in verhouding staat tot het gevaar of de dreiging.

- Alleen tijdens het verdedigen, niet daarna.


Bijv.: Je wordt aangevallen met een mes en om je te verdedigen, sla je de aanvaller hard op zijn onderarm.

Slide 13 - Tekstslide

Overmacht-noodtoestand

- Overtreden van de wet vanwege een noodsituatie.

- De overtreding is minder ernstig dan het leed dat voorkomen wordt.


Bijv. te hard rijden om een persoon,

die bijna overlijdt en snel hulp nodig 

heeft, snel naar het ziekenhuis te brengen.

Slide 14 - Tekstslide

Ambtelijk bevel

- De wet overtreden, omdat een (politie)ambtenaar hiertoe opdracht heeft gegeven.



Bijv. Je wordt vanwege een ongeluk door een agent met je fiets de auto-rijbaan op gestuurd, om zo weer door te kunnen fietsen.

Slide 15 - Tekstslide

Psychische overmacht

- Onder hoge psychische druk kan iemand niet meer normaal handelen.

- NIET vanwege een psychische stoornis (ontoerekeningsvatbaar).

- GEEN directe zelfverdediging (noodweer).

Bijv. Je wordt jarenlang ernstig mishandeld en op een dag ben je zo boos dat je besluit een keer terug te slaan.


Slide 16 - Tekstslide

Noodweer exces

- Verdedigen tegen geweld.

- Verdediging is zwaarder en staat niet in verhouding tot het gevaar of de dreiging.

- Alleen tijdens het verdedigen van een aanval, niet meer daarna.

Bijv. Iemand wil jouw fiets afpakken en stelen en uit paniek sla je de aanvaller dood.

Slide 17 - Tekstslide

Ontoerekingsvatbaarheid
-Leidt aan een psychische stoornis.
-Vaak legt de rechter tbs op (ter beschikking stelling) en volgt er behandeling voor de stoornis. 


Bijv. Iemand steekt in een impulsuitbraak iemand neer en er wordt bewezen dat dit voortkomt uit een mentale stoornis. 

Slide 18 - Tekstslide

Afwezigheid van schuld

- Overtreden van de wet maar er niet bewust van zijn.

- Meewerken aan het overtreden van de wet, omdat iemand anders de wet heeft overtreden, maar jij kon dat niet weten.

Bijv. Het personeel van een winkel verkoopt gestolen spullen, maar het personeel weet niet dat deze spullen gestolen zijn, omdat de eigenaar de spullen gestolen heeft en dat niet heeft verteld aan zijn personeel.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Laura H.
Welke strafuitsluitingsgrond kon de advocaat van Laura H. volgens jou het beste aanvoeren?

Kies uit: Noodweer, overmacht-noodtoestand, ambtelijk bevel, psychische overmacht, noodweerexces, ontoerekeningsvatbaarheid en afwezigheid van schuld.
Welk doel van straffen hoort daar dan bij? (blz. 65)

Slide 21 - Tekstslide

Functies van straffen
  • Afschrikking (straf schrikt af en geen herhaling)
  • Voorkomen van eigenrichting (zelf voor rechter spelen) 
  • Resocialisatie (heropvoeding)
  • Wraak en vergelding (oog om oog, tand om tand)
  • Beveiligen van de samenleving

Slide 22 - Tekstslide

Welke schulduitsluitingsgrond zal worden aangevoerd?

  • Lees in twee/drietallen de zaken door.
  • Benoem steeds welke strafuitsluitingsgrond kan worden aangevoerd.
  • Bedenk een passende straf bij de zaken. En noem het doel van de straf (hiervoor gebruik je het boek!! ->blz. 64 en 65).

Slide 23 - Tekstslide

Een vrouw die bejaarden heeft opgelicht, moet als taakstraf 40 uur vrijwilligerswerk doen in een verzorgingstehuis.
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 24 - Quizvraag

Een seriemoordenaar krijgt levenslang
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 25 - Quizvraag

Gedetineerden kunnen tijdens hun gevangenschap trainingen en opleidingen volgen
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 26 - Quizvraag

Wie plagiaat pleegt bij zijn scriptie (of PWS) moet voor de examencommissie verschijnen.
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 27 - Quizvraag