Groepsdynamische processen

1 / 21
volgende
Slide 1: Video
MentorlesMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Groepsdynamische processen

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les


Studenten leren herkennen in welke fase van groepsdynamiek een groep zich bevindt. Na het volgen van deze les weten de deelnemende studenten hoe ze de theorie kunnen inzetten om de groepsdynamiek op een positieve manier te beïnvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom denken jullie dat het belangrijk is om te leren over groepsprocessen?

Slide 4 - Open vraag

Wat is groepsdynamica?
Groepsdynamica: Studie van gedrag van mensen in kleine groepen. 

Niveau’s waarop je naar groepen kunt kijken: micro, meso, macro
.

Micro: persoon binnen een groep, rol binnen de groep (wie ben ik in een groep)

Meso: interactie tussen de verschillende groepsleden


Macro: context van de groep, referentiekader, waarin is een groep ontstaan – achterliggende gedachte

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer spreken we van een groep? 


- Meer dan 2 individuen
- Direct contact met elkaar onderhouden
- Zijn zich bewust dat ze bij elkaar horen
- Gemeenschappelijke doelen
- Wederzijdse afhankelijkheid

Slide 6 - Tekstslide

Groepsdynamica: het belang van de context
Belang van groepen: essentieel belang in het dagelijkse leven.


Elke groep vindt plaats in een bepaalde context. Dit is van belang voor de groepsdynamica. De context speelt een rol in de wijze waarop de groep zich vormt. 

Je zit als persoon in verschillende groepen, maar de positie in de groep is per groep afhankelijk. Daar spelen een aantal factoren een rol (reden van de groep, groepsleden, doel van de groep )

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht. Denk na over de volgende vragen & schrijf de antwoorden voor jezelf op.
In welke groepen zit jij in het dagelijkse leven?
Op welke wijze verschillen deze groepen van elkaar? En welke overeenkomsten zijn er binnen de groepen?
Welke invloed heeft de context op jouw gedrag?
Gedraag jij je in alle groepen hetzelfde?
Wat is de reden voor jouw gedrag binnen de groep?

Slide 8 - Tekstslide

Ondanks de vele verschillen die er bestaan tussen groepen, zijn er ook veel overeenkomsten. Noem een aantal kenmerken die iedere groep volgens jou heeft.

Slide 9 - Open vraag

Kenmerken van een groep
. Hieronder volgt een opsomming van kenmerken die elke groep heeft:


Interactie

Doelen

Onderlinge afhankelijkheid

Structuur

Samenhang


Slide 10 - Tekstslide

1. Interactie
Een groep is de ideale setting voor interactie. Bij interactie kan er onderscheid gemaakt worden tussen:

 

Taakinteractie. Interactie om projecten, taken en doelen te verwezenlijken. Taakinteractie is voornamelijk prestatiegericht.


Relatie-interactie (=socio-emotionele interactie). Interactie om de aard en sterkte van de emotionele en inter-persoonlijke band binnen een groep te beïnvloeden. Het gaat hier om handelingen die gericht zijn op zowel het onderhouden (sociale steun) als het ondermijnen (kritiek, conflict) van emotionele banden die leden aan elkaar en aan de groep verbindt.

Slide 11 - Tekstslide

2. Doelen
De meeste groepen bestaan omdat de leden een gezamenlijk streven hebben of een gezamenlijk resultaat willen bereiken. 

Slide 12 - Tekstslide

3. Onderlinge afhankelijkheid
De uitingen, acties, gedachten, gevoelens en ervaringen van de leden van een groep worden geheel of gedeeltelijk bepaald door de andere leden. Over het algemeen beïnvloeden leden elkaar, waarbij er onderscheid gemaakt kan worden tussen:

 

Symmetrische (wederkerige of wederzijdse) onderlinge afhankelijkheid: twee of meer leden beïnvloeden elkaar.


Hiërarchische onderlinge afhankelijkheid: bijvoorbeeld bij een baas en zijn ondergeschikten.


Onderlinge afhankelijkheid op meerdere niveaus: de werknemers kunnen de baas in zekere mate wel beïnvloeden, maar de baas beïnvloedt de werknemers meer.


Sequentiële onderlinge afhankelijkheid: een lid beïnvloedt een tweede lid, die op zijn beurt een derde lid beïnvloedt, enz.

Slide 13 - Tekstslide

4. Groepsstructuur
Onder groepsstructuur worden de rollen, normen en stabiele relatiepatronen tussen de leden van een groep verstaan, die het functioneren van een groep als geheel beïnvloeden en vaste interactiepatronen tussen de leden creëren.


 Een rol is een samenhangend geheel van gedragingen, kenmerken en verantwoordelijkheden van mensen die een bepaalde plaats innemen in een groep (bijvoorbeeld leider of volger). 


Het vaststellen van interactiepatronen zorgt voor een toename van voorspelbaarheid en sociale coördinatie. 


Een norm is een consensuele en vaak impliciete standaard, die beschrijft wat wel en wat niet gedaan moet worden in een bepaalde context. Wanneer iemand hier niet aan voldoet, zal hij waarschijnlijk niet lang lid blijven van de groep. 
Conflicten ontstaan vaak doordat normen worden geschonden.

Slide 14 - Tekstslide

5. Samenhang
Een groep is een eenheid.
Groepscohesie (ook wel groepscohesie en sociale cohesie genoemd ) ontstaat wanneer banden leden van een sociale groep met elkaar en met de groep als geheel verbinden . 

Cohesie kan meer specifiek worden gedefinieerd als de neiging van een groep om in eenheid te zijn terwijl ze aan een doel werkt of om de emotionele behoeften van haar leden te bevredigen.

Slide 15 - Tekstslide

Een groep gaat verschillende stadia door, die elk zijn eigen kenmerken heeft. Probeer een fase die jij denkt dat een groep doorloopt te omschrijven.

Slide 16 - Open vraag

Fasen van groepsvorming
1. Forming
• De startfase: enthousiasme, grenzen verkennen, vertrouwen opbouwen

2. Storming
Eerste teleurstellingen; gesteggel over regels; mogelijk conflicten/ wantrouwen

Norming
Besluit: we kunnen dit beter; duidelijkheid scheppen over samenwerking; afspraken

Performing
Toprestatie; nu pas is het team méér dan de som der delen


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Nu je kennis hebt van de verschillende fases ..Wat zou je volgens jou preventief kunnen doen als begeleider, zodat je invloed hebt in het groepsproces?

Slide 19 - Open vraag

Groepsdynamica en preventief handelen

Preventief zou je de volgende actie kunnen ondernemen om  een beetje invloed te krijgen op het groepsproces: 

Als je de norming- en storming-fase omdraait zal de storming-fase milder zijn. Dit heeft als effect dat er minder probleemgedrag optreedt, je voorkomt op deze manier dus eventueel probleemgedrag in jouw groep.

Slide 20 - Tekstslide

De volgende principes van de groepsdynamiek kunnen helpen de teamprocessen in goede banen te leiden.

1. Veiligheid is de eerste voorwaarde.
2. Gedoe mag er zijn.
3.  Openheid werkt en rechtvaardigheid is belangrijk.
4.  Je beste instrument ben je zelf.

Slide 21 - Tekstslide