Uitleg leerdoel 1

H6 Goniometrie




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Goniometrie




Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen open op tafel.
Leg je iPad omgedraaid op tafel neer.

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les 
  • Start
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide



Het maken van aantekeningen is niet verplicht, maar wel aan te raden.

Het is wel verplicht om aantekeningen te maken van de gedeelde lessen.






 

Slide 3 - Tekstslide

Goniometrie

Slide 4 - Woordweb

Goniowattes?
GONIO METRIE
  Grieks  --->  gonia (hoek) en metrein (meten).

Hoekmeetkunde of de leer van de hoekverhoudingen

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdstuk 6 Goniometrie.
In dit hoofdstuk leer je hoe je in een rechthoekige driehoek waarvan je een hoek en een zijde weet, de lengte van een andere zijde berekent.

Ook leer je hoe je een hoek berekent als je van twee zijden van een rechthoekige driehoek de lengte weet.

Tenslotte leer je hoe je hoeken berekent in ruimtefiguren.

Slide 6 - Tekstslide

Vroeger...
De goniometrie is al heel oud en kan op allerlei manieren worden toegepast in het dagelijks leven. Zo kon men vroeger dankzij het meten van hoeken bepalen waar men zich op de wereld bevond. Wanneer men bijvoorbeeld de hoek tussen de horizon en de Poolster zou meten, kon je door middel van goniometrische berekening bepalen hoe noordelijk men was. Het berekenen van afstanden, is slechts een voorbeeld van een toepassing van de goniometrie.

Slide 7 - Tekstslide

Rechthoekige driehoek
Eigenschappen:

  • Rechte hoek (∠A=90º)
  • Twee rechthoekszijden (zijde AB en AC)
  • Een schuine zijde (zijde BC)
  • De schuine zijde is altijd de langste zijde.
LET OP!  
Alleen bij een rechthoekig driehoek mag je de tangens gebruiken!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe steil?
Hieronder zie je twee trappen. 
De linker trap is wat steiler dan de rechter trap.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe steil?
De hellingshoek kun je uitdrukken in een hellingsgetal
Hoe groter dit hellingsgetal is, hoe steiler de trap.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe steil?
De hellingshoek kun je uitdrukken in een hellingsgetal
Hoe groter dit hellingsgetal is, hoe steiler de trap.
Verticaal (optrede)
Horizontaal (aantrede)
30
50
50
20

Slide 12 - Tekstslide

Hoe steil?
De hellingshoek kun je uitdrukken in een hellingsgetal
Hoe groter dit hellingsgetal is, hoe steiler de trap.
Verticaal (optrede)
Horizontaal (aantrede)
30
50
50
20
Hellinggetal =                   =                   =
verticaal
horizontaal
optrede
aantrede
hoogte
afstand

Slide 13 - Tekstslide

De hellingshoek kun je uitdrukken in een hellingsgetal

Het hellinggetal noemen we in de wiskunde de tangens van een hoek.






Slide 14 - Tekstslide

De hellingshoek kun je uitdrukken in een hellingsgetal

Het hellinggetal noemen we in de wiskunde de tangens van een hoek.


Hellinggetal =                      = 



verticaal
horizontaal
overstaand
aanliggend

Slide 15 - Tekstslide

De hellingshoek kun je uitdrukken in een hellingsgetal

Het hellinggetal noemen we in de wiskunde de tangens van een hoek.


Hellinggetal =                      = 


Tan ∠ A = 
verticaal
horizontaal
overstaand
aanliggend
overstaand
aanliggend

Slide 16 - Tekstslide

Twee richtingen

hellingshoek               hellingsgetal/tangens
∠ A = 25º                                


Knopjes op je rekenmachine!
Zet je rekenmachine op degree.

Slide 17 - Tekstslide

Twee richtingen

hellingshoek               hellingsgetal/tangens
∠ A = 25º            ->          tan ∠ A = 0,466                


Knopjes op je rekenmachine!
Zet je rekenmachine op degree.

Slide 18 - Tekstslide

Twee richtingen

hellingshoek               hellingsgetal/tangens
∠ A = 25º            ->          tan ∠ A = 0,466                

hellingsgetal/tangens              hellingshoek
tan ∠ A = 0,466          
Knopjes op je rekenmachine!
Zet je rekenmachine op degree.

Slide 19 - Tekstslide

Twee richtingen

hellingshoek               hellingsgetal/tangens
∠ A = 25º            ->          tan ∠ A = 0,466                

hellingsgetal/tangens              hellingshoek
tan ∠ A = 0,466   ->          ∠ A = tan ¯¹ (0,466) = 25º
Knopjes op je rekenmachine!
Zet je rekenmachine op degree.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

1400:2000= 0,7
tanA=0,7
tan35°=....
A=tan1(0,7)35°

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Rekenmachine! 
Zorg dat je in je scherm een D of DEG hebt staan.
Dus geen R of RAD of G of GRA!
Ook geen FIX of SCI.

Wel mag dus een D (verplicht) , M, M+. 

Shift- mode- knop en dan alles wissen.
Zorg wel dat je je punt verandert in een komma.
  

Slide 25 - Tekstslide

ik kan...

Slide 26 - Woordweb

Zelfstandig werken (op fluistertoon) aan je leerdoel.


Pak je iPad erbij en open de gedeelde les (leerdoel 1).
Neem de aantekeningen eerst over in je schrift.
Maak de opgaven.

Lukt een opgave niet?
Overleg bij vragen eerst met je klasgenoot.
Komen jullie samen er niet uit vraag mij om hulp.






timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiten

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Vul de exit-vragen in.
Maak een begin met de weektaak.
De leerdoelen 1, 2 en 3 moeten voor maandag af zijn.
Leerdoel 4 mag je al mee beginnen (nog geen huiswerk).

Slide 29 - Tekstslide