Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5.1B uitdrukkingen met een factor voor de haakjes + 5.3A Breuken vereenvoudigen
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
17 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke stof gaan we vandaag behandelen?
5.1 theorie B
Ik kan haakjes wegwerken als er een getal voor de haakjes staat
5.3 theorie A
Ik kan breuken met letters vereenvoudigen
Slide 2 - Tekstslide
3 vwo Wiskunde
Leerdoelen van vandaag:
Ik kan haakjes wegwerken als er een getal voor de haakjes staat
Ik kan breuken met letters vereenvoudigen
Hoe werk je haakjes weg als er een term VOOR de haakjes staat?
Stap 1:
werk eerst de haakjes weg zoals je gewend bent, maar zet haakjes om hetgene wat je hebt uitgewerkt: Vereenvoudig indien mogelijk.
Stap 2:
werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig zover mogelijk
5
−
2
(
x
−
3
)
(
x
+
3
)
5
−
2
(
x
2
−
9
)
5
−
2
x
2
+
1
8
=
2
3
−
2
x
2
Slide 3 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Slide 4 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. vereenvoudig indien mogelijk
Slide 5 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
3
x
−
x
+
3
)
Slide 6 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Slide 7 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
Slide 8 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
9
x
2
−
3
6
x
+
2
7
Slide 9 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
9
x
2
−
3
6
x
+
2
7
Probeer het nu zelf voor het rode gedeelte
Slide 10 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
9
x
2
−
3
6
x
+
2
7
Probeer het nu zelf voor het rode gedeelte
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
4
(
−
x
2
+
3
x
+
4
)
−
4
x
2
+
1
2
x
+
1
6
Slide 11 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
9
x
2
−
3
6
x
+
2
7
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
4
(
−
x
2
+
3
x
+
4
)
−
4
x
2
+
1
2
x
+
1
6
+
Slide 12 - Tekstslide
Extra hulp: het uitwerken van haakjes met een term ervoor
9
(
x
−
1
)
(
x
−
3
)
+
4
(
x
+
1
)
(
4
−
x
)
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
9
(
x
2
−
4
x
+
3
)
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
9
x
2
−
3
6
x
+
2
7
Stap 1: werk de haakjes uit en zet om het uitgewerkte weer opnieuw haakjes. Vereenvoudig indien mogelijk
Stap 2: werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig indien mogelijk
4
(
−
x
2
+
3
x
+
4
)
−
4
x
2
+
1
2
x
+
1
6
+
5
x
2
−
2
4
x
+
4
3
Slide 13 - Tekstslide
3 vwo Wiskunde
Leerdoelen van vandaag:
Ik kan haakjes wegwerken als er een getal voor de haakjes staat
Ik kan breuken met letters vereenvoudigen
Hoe werk je haakjes weg als er een term VOOR de haakjes staat?
Stap 1:
werk eerst de haakjes weg zoals je gewend bent, maar zet haakjes om hetgene wat je hebt uitgewerkt: Vereenvoudig indien mogelijk.
Stap 2:
werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig zover mogelijk
5
−
2
(
x
−
3
)
(
x
+
3
)
5
−
2
(
x
2
−
9
)
5
−
2
x
2
+
1
8
=
2
3
−
2
x
2
Slide 14 - Tekstslide
Het vereenvoudigen van breuken
Het vereenvoudigen van breuken
Vereenvoudig de volgende breuken:
4
2
=
a
2
4
a
=
2
x
4
x
+
2
=
Extra uitdaging:
x
2
+
2
x
+
1
x
2
−
1
Hint: gebruikt merkwaardige producten om te ontbinden
Slide 15 - Tekstslide
Het vereenvoudigen van breuken
Het vereenvoudigen van breuken
Vereenvoudig de volgende breuken:
4
2
=
2
1
a
2
4
a
=
a
⋅
a
4
a
=
a
4
2
x
4
x
+
2
=
2
⋅
x
2
(
2
x
+
1
)
=
x
2
x
+
1
Extra uitdaging:
x
2
+
2
x
+
1
x
2
−
1
=
(
x
+
1
)
2
(
x
−
1
)
(
x
+
1
)
=
x
+
1
x
−
1
Slide 16 - Tekstslide
3 vwo Wiskunde
Leerdoelen van vandaag:
Ik kan haakjes wegwerken als er een getal voor de haakjes staat
Ik kan breuken met letters vereenvoudigen
Hoe werk je haakjes weg als er een term VOOR de haakjes staat?
Stap 1:
werk eerst de haakjes weg zoals je gewend bent, maar zet haakjes om hetgene wat je hebt uitgewerkt: Vereenvoudig indien mogelijk.
Stap 2:
werk de nieuwe haakjes uit en vereenvoudig zover mogelijk
5
−
2
(
x
−
3
)
(
x
+
3
)
5
−
2
(
x
2
−
9
)
5
−
2
x
2
+
1
8
=
2
3
−
2
x
2
Slide 17 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
5.1B uitdrukkingen met een factor voor de haakjes + 5.3A Breuken vereenvoudigen
2 dagen geleden
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H7 Leerdoel 5 HV1
Februari 2021
- Les met
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H9 Leerdoel 4 A3
April 2022
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Letterrekenen
December 2023
- Les met
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H7 Leerdoel 4 (H)V1
Januari 2021
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
§1.2 Herleiden van Breuken
September 2024
- Les met
32 slides
Wiskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Voorkennis
September 2021
- Les met
21 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
voorkennis H9
Februari 2023
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2