3.4 Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking

3.4: Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking

Bovenlaag, middenlaag, onderlaag

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.4: Grote veranderingen in de gelaagdheid van de bevolking

Bovenlaag, middenlaag, onderlaag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Terugblik...
  • Eind van de standenmaatschappij, begin van de klassenmaatschappij.
  • Fabrikanten bepaalden hoe lang, onder welke omstandigheden en tegen welke beloning de arbeiders moesten werken. 
  • Arbeiders konden makkelijk worden ontslagen.
  • Woon- en werkomstandigheden van de fabriekarbeiders was slecht.
  • Leven in de steden verbetert vanaf het einde van de 19de eeuw.

Slide 3 - Tekstslide

Het kapitalisme
  • Een nieuwe vorm van economie: de grond en de bedrijven zijn eigendom van ondernemers die met hun bedrijf zo veel mogelijk winst willen maken.  

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken van het kapitalisme

2. De werkgever is een zakenman die het kapitaal heeft om grondstoffen, werktuigen, vervoermiddelen en lonen te kunnen betalen. 

Slide 5 - Tekstslide

Kenmerken van het kapitalisme


3. De meeste bedrijven zijn in handen van particulieren. 

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van het kapitalisme


4. De werkgevers proberen zo veel mogelijk winst te maken. 

Slide 7 - Tekstslide

Eigenaren zijn machtig

  • Hebben veel geld
  • Mensen en regeringen zijn afhankelijk van hun producten
  • Beïnvloeden van verkiezingen
  • Kranten opkopen
  • Zorgen voor werkgelegenheid

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Stelling van de les
Wat vind jij? Bedenk twee argumenten voor en tegen de stelling.

We moeten blij zijn met onze grote bedrijven in Nederland

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les kun je de bevolking tijdens de industrialisatie in drie sociale klassen verdelen en twee kenmerken per sociale klasse noemen.

Slide 11 - Tekstslide

Standensamenleving
Frankrijk tot 1789
1
2
3

Slide 12 - Tekstslide

Welke stand wordt in de afbeelding
bij 1?

Slide 13 - Open vraag

Welke stand wordt in de afbeelding
bij 2?

Slide 14 - Open vraag

Welke stand wordt in de afbeelding
bij 3?

Slide 15 - Open vraag

Met welke historische gebeurtenis kwam een einde aan de standenmaatschappij? (in Frankrijk)

Slide 16 - Open vraag

Situatie vanaf 1800



'Klassen samenleving'

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Leg de zin uit:
“Een sociale klasse is een groepering van mensen op basis van een soortgelijke economische positie en de daaruit volgende levenskansen”

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welke reden geeft je boek (op blz. 67.) voor de groei van de middenklasse tijdens de Industriële Revolutie

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Link