In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.
Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld. Soms heeft een boek meerdere perspectieven, omdat de schrijver meerdere verhaallijnen in het boek heeft verwerkt (meervoudig perspectief).
We kunnen drie soorten perspectieven:
- Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)
- Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)
- Wisselend perspectief: vertelt vanuit meerdere personages (vanuit ik of hij/zij vorm)
- Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)
Van elk verhaal kun je iets leren. Een schrijver laat een bepaalde thematiek terugkomen en herhaalt elementen in het boek.
Thema: omschrijven waar het boek over gaat in een paar woorden
Motieven: herhalingen die in het boek terugkomen (bouwstenen voor het thema)
1. Leidmotieven: woorden, zinnen of concrete voorwerpen die vaker terugkomen.
2. Verhaalmotieven: gebeurtenissen, onderwerpen, gevoelens of situaties die herhaaldelijk voorkomen in het verhaal.
Moraal: wijze les die je kunt leren n.a.v. het verhaal
- Bedreigende situatie of omgeving
- Onverwachte wending: er gebeurt plotseling iets wat je niet verwacht
- Open plek: vragen die het verhaal bij je oproept waar je niet gelijk antwoord op krijgt
- Vermoeden: aanwijzingen hoe het zou kunnen aflopen
- Cliffhanger: onderbreking van het verhaal op een spannend moment
- Uitstel van het einde
- Informatievoorsprong: je weet iets wat de hoofdpersoon nog niet weet
Verhalen kunnen in chronologische volgorde worden verteld, maar schrijvers kunnen ook kiezen voor een afwisseling in tijd. Hierbij gebruiken ze flashbacks: je gaat als lezer letterlijk terug in de tijd (tijdlijn wordt onderbroken).
Dit noem je een niet-chronologische volgorde waarbij de tijdlijn WEL wordt onderbroken.
Wanneer een schrijver kiest voor een chronologische volgorde kan hij nog wel vooruitkijken of -kijken in de tijd. Dit noem je:
- Terugwijzingen: een personage denkt terug aan vroeger
- Vooruitwijzingen: een personage of de schrijver blikt vooruit op de toekomst (kan voor spanning zorgen)
De tijdlijn wordt NIET onderbroken.