TH5D week 44

Nederlands
29 oktober
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
29 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Boekenlijst ingeleverd?

- Verwerkingsopdracht 1 ingeleverd?

- Betoog: onderwerp uitzoeken

- Stelling 

Slide 2 - Tekstslide

Literatuur
- Heb je een literatuurlijst voor wat je dit jaar gaat lezen?

- Heb je je eerste verwerkingsopdracht ingeleverd?

- Heb je je verwerkingsopdrachten van vorig jaar nog?

Eis voor literatuurmondeling (SE3): acht verslagen ingeleverd 

Slide 3 - Tekstslide

Betoog: SE2
Eisen onderwerp:
- actueel
- controversieel
Waarom?
- documentatie bij je onderwerp zoeken (in je betoog verwerken)
- kanten voor en tegen over de stelling bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht (15 minuten)
Zoek in de kranten of op internet een artikel met onderwerp dat controversieel is en actueel. Dit onderwerp ga je gebruiken voor je oefenbetoog.

Onderstreep of markeer in je artikel:
- signaalwoorden en kernzinnen
- informatie die je in je betoog wilt gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten)
Formuleer een positieve stelling bij je onderwerp.

- Wat zijn de eisen voor een stelling?
        Controversieel en actueel
- Een stelling is geen vraag


Slide 6 - Tekstslide

Nederlands
30 oktober

Slide 7 - Tekstslide

Programma
- Betoog: onderwerp uitzoeken & stelling bedenken

- Twee andere artikelen zoeken bij je onderwerp

- Inleiding: waar moet die aan voldoen?

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht (10 minuten)
Bespreek met degene naast je welk onderwerp je hebt gekozen en welke stelling je wilt gebruiken.

Geef elkaar feedback op de stelling.

Heb je nog niets? Bedenken een onderwerp + stelling.
Feedback verwerkt? Ga op zoek naar 2 artikelen.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht (20 minuten)
Schrijf voor jezelf of in je groepje op: 
- Waar moet een inleiding van een betoog aan voldoen?
- Waar moet de titel van een betoog aan voldoen?
- Hoe sluit je je inleiding af?

Zoek daarna artikelen bij je stelling: informatieve artikelen, opinieartikelen, verschillende kranten en journalisten.


Slide 10 - Tekstslide

Nederlands
1 november

Slide 11 - Tekstslide

Programma
- Uitleg titel en inleiding

- Artikelen zoeken bij stelling

- Beginnen met de inleiding

- Nieuwsquiz

Slide 12 - Tekstslide

Opbouw
Inleiding met stelling
- Besteed tijd aan je titel!
Middenstuk met argumentatie
- Minimaal twee argumenten voor
- Minimaal een argument tegen
- Weerlegging van het tegenargument
Afronding

Slide 13 - Tekstslide

Titel
Betogend
Passend bij de inhoud
Niet: de stelling
De stijl van een krantenkop

Slide 14 - Tekstslide

Inleiding
- Vragen
- Uitdagende openingszin
- Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
- Anekdote
- Persoonlijke ervaring
- Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
- Eindigen met je stelling

Slide 15 - Tekstslide

Wat NIET in je inleiding?
- Argumenten
- Termen uit de theorie over het betoog (stelling, betoog)
- Algemene opmerkingen 'zoals ietdereen weet...'
- Beginnen met 'ik' doe je NOOIT

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht (15 minuten)
Ga verder op zoek naar minimaal twee artikelen bij je onderwerp + stelling.

Mag informatief zijn, mag opinie zijn (voor of tegen je stelling).

Onderstreep kernzinnen + signaalwoorden en belangrijke informatie die je in je betoog wilt gebruiken

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht (15 minuten)
Begin met het schrijven van je inleiding.

Titel (niet letterlijk je stelling)

Inleiding

Eindig met je stelling, geen vraag van je stelling maken!

Slide 18 - Tekstslide