1534 Ken je kinderrechten

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7,8

Ken je kinderrechten

Wat heb je nodig?

• Tekst
•  Potlood en gum

0

Leesdoel:

Je leert welke kinderrechten er zijn opgesteld sinds 1989.

Lesdoel:

Ik kan de verwijswoorden uit de tekst herkennen en weet waar deze woorden naar verwijzen.

We lezen samen

Welke kinderrecht vind jij het belangrijkst?

1. Recht over je mening
2. Recht over mishandeling
3. Recht over zorg
4. Recht over extra zorg

Onderstreep de volgende woorden en bedenk wat deze woorden betekenen.

• Basisrechten
• Kinderarbeid
• Kindermishandeling
• Kinderrechten
• Martelen
• Onderdak 

Verwijswoorden

Woorden die verwijzen naar een ander woord of groepje woorden.

Bijvoorbeeld:

- hij - zij - het - ze - hun - hen

- zijn - haar

- dat - die

- hem - haar

Voorbeeld

De leerlingen van bovenbouw-A komen naar school.

De leerlingen van bovenbouw-A doen goed mee met de instructie.

De leerlingen van bovenbouw-A leren wat verwijswoorden zijn. Verijswoorden zijn hartstikke leuk om mee te werken!

OF:
De leerlingen van bovenbouw-A komen naar school.

Zij doen goed mee met de instructie.

Zij leren wat verwijswoorden zijn. Die zijn hartstikke leuk om mee te werken!

Wij

Wij zien het woordje 'ze'.

Wie komt ergens vandaan?

Wie hebben welke kleur?

Jullie

Welk verwijswoord vinden jullie?

Welke vraag kun je stellen?

Waar verwijst het woord naar?

www.kinderrechten.nl