2 a Bijvoorbeeld:
- Pestgedrag zorgt ervoor dat in klassen minder sprake is van gezelligheid en van groepsgevoel.
- Het is nodig om pestgedrag beter aan te pakken zodat onze school daadwerkelijk een school ‘voor
iedereen’ wordt, waar nu slechts in theorie sprake van is.
- Pesterijen kunnen zelfs veertig jaar later nog sociale, fysieke en mentale gevolgen hebben, dus dit
moet echt worden voorkomen.
b Bijvoorbeeld: Veel mensen zullen pesten blijven zien als iets wat ‘erbij hoort’ en ‘niet te
voorkomen’ is, maar dat is een laf en makkelijk antwoord. Als we in theorie echt allemaal tegen
pesten zijn, moet het mogelijk zijn om daar in de praktijk ook allemaal naar te handelen.