Pedagogisch klimaat

Pedagogisch werk 1

Paragraaf 17.4 signalen en gevolgen. 

Leerdoel

De student kan de signalen van pestgedrag benoemen.

De student kan de gevolgen van pestgedrag benoemen. 

Vragen

Pesten komt overal voor op dezelfde manier. Verschillende factoren vergroten de kans op pestgedrag. Wanneer is er de meeste kans op pesten binnen een school?

 
Binnen de rollen die bij het pesten zijn betrokken, is een groep die de pester stilzwijgend steunt. Dit is de groep van: 

Niet elk kind wordt een pester. Of een kind een pester wordt kan te maken hebben met: 
Kinderen die gepest worden hebben vaak bepaalde kenmerken. Zij zijn vaak: 

Bij indirect pesten weet je als onderwijsassistent vaak niet wat er aan de hand is. Toch kun je signalen herkennen. Wat zijn voorbeelden van hoe je indirect pesten kan herkennen?

Signalen

De student kan de signalen van pestgedrag benoemen.

De student kan de gevolgen van pestgedrag benoemen. 

Signalen

• Algemeen signaal: Pestgedrag wat in de hele groep aanwezig is. Onprettige sfeer, doorgeven van briefjes. 
• Primiair signaal: Een signaal wat hier en nu zichtbaar is. Het slachtoffer wordt vaak uitgescholden, bespot, vernederd & bedreigd. 
• Secundair signaal: Verborgen, later pas opgemerkt. Bijft bijvoorbeeld veel bij de docent in de pauzes. Presteren vaak minder goed op school en ervaren psychomatische klachten. 

Signalen bij een pester

• Stoer en imponerend gedrag.
• Fysiek groter en sterker, dan het slachtoffer.
• Domineren de groep.
• Impulsief en aggresief gedrag.
• Gevreesd en niet populair in de groep.
• Worden omringd door meelopers. 

Gevolgen van pesten

• Slachtoffer verliest vertrouwen in leeftijdsgenoten en zijn bang om naar school te gaan. 
• Het slachtoffer ontwikkelt een minderwaardigheidsgevoel.
• Door hoofdpijn, buikpijn en vermoeidheid vermindert het concentratievermogen, prestaties verminderen.
• Laag zelfvertrouwen kan leiden tot depressie, moeite met het onderhouden van relaties en in het extreme tot suicide. 

Gevolgen pester

• Op school, vrij weinig.
• Pesters leren niet goed samenwerken.
• Ze blijven ongepast gedrag vertonen wat later in hun leven gevolgen kan hebben. 
• Pesters lopen meer risico op aanraking met justitie, alcoholisme en zelfdoding. 
• Jongens zijn vaker betrokken bij geweld, meisjes zijn vaker eerder tienermoeder of betrokken bij huiselijkgeweld. 

Gevolgen voor de omgeving. 

• Klasgenoten voelen zich minder veilig
• Klasgenoten vinden school minder leuk
• Slachtoffers doen vaak een beroep op psychiatrische hulp en hebben sneller last van verslavingsproblemathiek. Dit leidt tot grote kosten.
• Amerikaans onderzoek wijst uit dat investeren in anti-pestprogramma's op de lange termijn opweegt tegen de kosten van pesten. 

Afsluiting 

De student kan de signalen van pestgedrag benoemen.

De student kan de gevolgen van pestgedrag benoemen. 

Volgende week

Paragraaf 17.5 acties, pestprotocollen.  

Zelfstandig werken

Je schrijft op wat je deze les gaat doen.

Niks te doen? Kijk of je iemand anders kan helpen.