Persoonsvorm verleden tijd zwakke en sterke werkwoorden

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm verleden tijd van zwakke en sterke werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het eind van de les kan je de persoonsvorm van sterk werkwoorden in de verleden tijd spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Hoewel het goot van de regen, besloot Najim om te gaan hardlopen.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Morgen leid/leidt de treinstaking vast op veel scholen tot lege lokalen.
A
leid
B
leidt

Slide 5 - Quizvraag

Rijd/Rijdt je broer al lang op die opgevoerde brommer?
A
Rijd
B
Rijdt

Slide 6 - Quizvraag

Door een defecte wekker miste/mistte ik bijna de bus naar school.
A
miste
B
mistte

Slide 7 - Quizvraag

Na het rokerige feestje luchte/luchtte Jantien haar kamer.
A
luchte
B
luchtte

Slide 8 - Quizvraag

De NS-omroepster melde/meldde een vertraging van vijf minuten.
A
melde
B
meldde

Slide 9 - Quizvraag

Opdrachten maken
blz. 256
Cursus 7 par. 9
Opdrachten 1, 2, 3 en 4.

Slide 10 - Tekstslide