De Cel

Het lichaam bestaat uit
A
100.000 lichaamscellen
B
1 miljoen lichaamscellen
C
10 miljoen lichaamscellen
D
100.000 miljard lichaamscellen
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het lichaam bestaat uit
A
100.000 lichaamscellen
B
1 miljoen lichaamscellen
C
10 miljoen lichaamscellen
D
100.000 miljard lichaamscellen

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de mens
Cel = kleinste functionele bouweenheden van het lichaam
Weefsel = groep cellen met dezelfde bouw en functie
Orgaan = groep samenwerkende weefsels (een of meerdere functies)
OrgaanStelsel = groep samenwerkende organen
Organisme = groep samenwerkende stelsel, levend wezen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celkern/chromosomen
In de celkern bevinden zich de chromosomen. Alle menselijke cellen bevatten 23 paar chromosomen.
In chromosomen zitten al onze erfelijke eigenschappen. Ze bestaan uit lange opgerolde DNA-draden.

DNA staat voor: Desoxyribo Nucleïne Acide:  de chemische stof waaruit de chromosomen zijn opgebouwd.
Ieder stukje DNA bevat een erfelijke eigenschap, of beter gezegd het ‘recept’ voor die eigenschap.
Zo’n stukje DNA heet een gen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

-Heeft ook een semipermeabele membraan. Deze omsluit de celkern en grenst deze af van het cytoplasma. 

-In het plasma van de kern bevinden zich de chromatinekorrels, die zich bij de celdeling omvormen in 'draden'. Dit zijn de chromosomen. Deze chromosomen bezitten de erfelijke eigenschappen die ieder mens uniek maken. 

-De celkern reguleert de werking van andere cel bestanddelen. 

-Elke cel bezit een kern behalve volwassen erytrocyten en trombocyten. Bij deze cellen is de kern verdwenen. 

-Cellen in het z.g.n. dwarsgestreepte spierweefsel hebben meer dan 1 kern. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chromosomen bevinden zich....
A
In het DNA
B
In de genen
C
In de celkern
D
In de bloedbaan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cytoplasma
Cytoplasma = werkplaats van een cel​
Water 70% + vet, eiwit, koolhydraat, vitamine, ​zuurstof, mineralen​

In het cytoplasma zitten celonderdelen = organellen
Voeren celstofwisseling uit. 
Elk organel eigen taak




Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mitochondriën
Energiefabrieken, maken 
energie voor het lichaam.  
De meeste lichaamscellen bevatten 500 tot 2.000 mitochondrieën. Mitochondrieën of mitochondria is het meervoud van mitochondrion. Een mitochondrion is ovaal van vorm. Grote aantallen mitochondrieën zijn te vinden in organen die veel energie nodig hebben, zoals de hersenen, het hart, de lever en de skeletspieren.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

https://www.purposegames.com/game/de-cel-game

https://www.youtube.com/watch?v=tPRPQPYft0g



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stamcellen
Zitten in beenmerg in je botten. 

Daaruit worden nieuwe cellen gemaakt: 
rode bloedcellen = erytrocyten
witte bloedcellen = leukocyten
bloedplaatjes = trombocyten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celdeling  (mitose)
Tijdens celdeling zijn chromosomen kwetsbaar. Als er op dat moment een gevaarlijke stof op de cel inwerkt (vb. teer uit sigaretten of radioactieve straling) raken de chromosomen beschadigd. Zo kunnen kankercellen ontstaan.
Vb. huid- en slijmvliescellen delen zich vaak, verwondingen genezen gemakkelijk.
Vb. zenuw- en hartspiercellen delen zich na de geboorte niet meer. Verwondingen genezen slecht of niet.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Celdeling (Meiose)
  • Celdeling van de voortplantingscellen
  • Iedere geslachtscel heeft helft van de chromosomen
  • De chromosomen splitsen zich niet.
  • De mannelijke en vrouwelijke geslachtscel smelten samen bij de bevruchting en hier komt dan een nieuwe cel uit voort, met het complete aantal chromosomen.
  •  De helft van de vader en de andere helft van de moeder

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies