In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Agenda
Korte uitleg Begrijpelijk formuleren (hst 11)
Oefenen met hst 11 in lessonup
Aan de slag met je huiswerk.
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Je leert hoe je begrijpelijk formuleert door zinslengte zinsbouw en woordgebruik af te stemmen op je publiek.
Slide 3 - Tekstslide
Begrijpelijk formuleren
Zie blz. 74/75
Sleutelwoorden
Aantekeningen
1. Zinslengte aanpassen
10. Kern bij elkaar & geen tangconstructie
13. Actieve vorm
15. Naamwoordstijl vermijden
17. Geen lastige/lange woorden
10-15 woorden
Niet: om te voorkomen dat mensen zich somber voelen, krijgen ze lichttherapie
Maar: Mensen krijgen lichttherapie om...
Sommige mensen durven een jurk,
nadat ze die hebben gedragen naar een leuk feestje, niet terug te sturen, nadat ze die...
De kok bakt brood (het brood wordt gebakken door de kok)
Niet: Het duiken naar oesters is lastig. Maar: Duiken naar oesters is lastig.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De schoolgaande leerlingen van jdW werden ontvangen door de alumni.
A
Lijdend/passief
B
Bedrijvend/actief?
Slide 6 - Quizvraag
Maak dan eens actief: De schoolgaande leerlingen van jdW werden ontvangen door de alumni.
Slide 7 - Open vraag
De grootste partij van Nederland ontving de verkenner van de Tweede Kamer.
A
Lijdend/passief
B
Bedrijvend/actief?
Slide 8 - Quizvraag
Maak dan eens passief: De grootste partij van Nederland ontving de verkenner van de Tweede Kamer.
Slide 9 - Open vraag
Welke is de lijdende vorm? (En welke is 'gewoner')?
A
Mijn tenen waren bevroren door de vrieskou
B
De vrieskou bevroor mijn tenen
Slide 10 - Quizvraag
Verander deze zin en zorg dat de tangconstructie eruit is: 'Een rijbewijs, dat roze papiertje waar je enorm lang mee bezig bent voordat je het mag afhalen, kost veel geld.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Open vraag
Hulp?
Theorie-boek
Aantekeningen
Docent
Klaar?
Lees hst 12 alvast door
Opdracht
Maak de basisopdrachten H11
1, 2a, 4
(Dit is huiswerk voor morgen)
Slide 14 - Tekstslide
Stijl
Slide 15 - Tekstslide
begrijpelijk duidelijk nauwkeurig precies
understandable
bondig verkort aantrekkelijk pakkend
Slide 16 - Tekstslide
Begrijpelijk formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
1. Zinslengte aanpassen
10. Kern bij elkaar & geen tangconstructie
13. Actieve vorm
15. Naamwoordstijl vermijden
17. Geen lastige/lange woorden
10-15 woorden
Niet: om te voorkomen dat mensen zich somber voelen, krijgen ze lichttherapie
Maar: Mensen krijgen lichttherapie om...
Sommige mensen durven een jurk,
nadat ze die hebben gedragen naar een leuk feestje, niet terug te sturen, nadat ze die...
De kok bakt brood (het brood wordt gebakken door de kok)
Niet: Het duiken naar oesters is lastig. Maar: Duiken naar oesters is lastig.
Slide 17 - Tekstslide
Nauwkeurig formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
2. Geen lege woorden/beperking
8. Geen homoniemen zonder context
9. Juiste verwijzing
11. Komma op de juiste plek
12. Vragen van de lezer beantwoorden
Ik heb heel vaak gewonnen
ik heb drie keer gewonnen
Over het algemeen ben ik blij op school
Er staat een bank op de hoek
De kok vertelde de ober dat hij ontslagen was, omdat hij (de kok)steeds te laat kwam opdagen.
Schiet op jongens!
Schiet op, jongens!
Wie/wat/waar/waarom/wanneer/hoe?
Slide 18 - Tekstslide
Bondig formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
5. Tautologie & pleonasme vermijden
6 & 16 - zo min mogelijk bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden
7. Zo min mogelijk hulpwerkwoorden
Het was gratis en voor niets -> het was gratis / het koste niks + ronde cirkel
De oude, grijze, vriendelijke vrouw had heel veel moeite met de storm -> De oude vrouw had moeite met de storm
Als je een abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen besparen -> Als je een abonnement neemt, bespaar je veel geld
Slide 19 - Tekstslide
Aantrekkelijk formuleren
Sleutelwoorden
Aantekeningen
3. Creatieve woordkeuze
4. Neologisme/archaïsmen zo min mogelijk gebruiken
14. Beeldspraak/stijlfiguren
18. Persoonlijk taalgebruik
Synoniemen, beeldspraak, metaforen
thans/tiktokken
Maak gebruik van voorbeelden/vergelijkingen
/stijlfiguren
Bij ons op school smaakt koffie als rioolwater - Het duurde een eeuw voordat ze er was