In de meeste gevallen doe je dit door -je of -tje achter het woord te zetten:
dans – dansje; vakantie – vakantietje, schaar – schaartje.
In andere gevallen gebruik je -pje of -kje:
boom – boompje, woning – woninkje.
Wanneer een woord eindigt op de lange klinker -a, -o of -u die je met één letter schrijft, krijgt het woord een extra klinker:
opa – opaatje, auto – autootje, paraplu – parapluutje.
Bij woorden die eindigen op -y gebruik je -'tje:
baby – baby'tje, hobby – hobby'tje.
Sommige verkleinwoorden wijken af van de regels:
tekening – tekeningetje, blad – blaadje, bril – brilletje.