BSR 19/3 1bka Lezen §4 Tekstdoelen en tekstsoorten deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

• Verder in je leesboek!
  * Gebruik de laatste minuut om te noteren wat je hebt gelezen (steekwoorden).

§4 Tekstdoelen en

tekstsoorten (deel 2)

Startopdracht:

• Je kunt het verschil herkennen tussen activerende, amuserende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.
• Je kunt schrijven (en spreken) met een herkenbaar doel.
  
  

Lesdoelen

In deze les:

• Huiswerk bespreken basis, 
  kader verder met paragraaf 4.
• Huiswerk bespreken kader, 
  basis verder met paragraaf 4.
• Afronden.

Start

Tekstdoelen en tekstsoorten

Een schrijver van een tekst wil iets bereiken met zijn tekst. Hij heeft een tekstdoel. In totaal zijn er vijf tekstdoelen: amuseren, informeren, instueren, overtuigen, activeren.

Bepaal wat het belangrijkste is wat de schrijver met de tekst wil bereiken. Zo kom je erachter met welke tekstsoort je te maken hebt. Lees je bijvoorbeeld een nieuwsbericht of een gebruiksaanwijzing?

informeren

• Een schrijver die als doel informeren heeft, wil dat jij iets te weten komt. 

Tekstdoelen en tekstsoorten

DDU
Wat voor soort teksten passen bij dit tekstdoel?

instrueren

• Een schrijver die als doel instrueren heeft, wil dat jij leert hoe je iets moet doen.

Tekstdoelen en tekstsoorten

DDU
Wat voor soort teksten passen bij dit tekstdoel?

overtuigen

• Een schrijver die als doel overtuigen heeft, wil dat jij zijn mening overneemt.

Tekstdoelen en tekstsoorten

DDU
Wat voor soort teksten passen bij dit tekstdoel?

(Ver)werken

Wat?	Cursus 1.4 Tekstdoelen en tekstsoorten. Basis: Huiswerk nakijken (klassikaal). Kader: Maak opdracht 5 t/m 7 (blz. 27-30). In je boek en je schrift!
Hoe?	Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp	De 4 B's en het oogje.
Tijd	Timer.
Klaar?	Verder in je leesboek!

'Ik snap het niet'

(Ver)werken

Wat?	Cursus 1.4 Tekstdoelen en tekstsoorten. Basis: Maak opdracht 4 t/m 6 (blz. 28-30). Kader: Huiswerk nakijken (klassikaal). In je boek en je schrift!
Hoe?	Keuze: zelfstandig of in tweetallen.
Hulp	De 4 B's en het oogje.
Tijd	Timer.
Klaar?	Verder in je leesboek!

'Ik snap het niet'

• Je kunt het verschil herkennen tussen activerende, amuserende, informerende, instruerende en overtuigende teksten.
• Je kunt schrijven (en spreken) met een herkenbaar doel.
  
  

Lesdoelen

Sleep de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.

tekstdoel informeren

tekstdoel overtuigen

tekstdoel instrueren

Een tijdschriftartikel over bosbranden.

Een beoordeling van een spel.

Een recept voor koekjes.

Welke tekstvorm hoort bij het gegeven tekstdoel?

Overtuigen

Amuseren

informeren

Tekstdoel?

Tekstdoel?

Neem deel onze LessonUp klas

Wat kun je hier vinden?

• LessonUps
• Video's
• Handige websites 

Klassencode
1tna: ioaqf

1bka: grqeb