5.7 grammatica

Grammatica 5.7
- bijwoordelijke bijzin en beknopte bijzin benoemen
- de voorzetselvoorwerpszin benoemen
- samentrekking
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 5.7
- bijwoordelijke bijzin en beknopte bijzin benoemen
- de voorzetselvoorwerpszin benoemen
- samentrekking

Slide 1 - Tekstslide

Bijwoordelijke bijzin
De bijzin heeft de functie van een bijwoordelijke bepaling in de hoofdzin. 
Toen ze genoeg gespaard had,//kocht / ze / een nieuwe iPhone.
                         bijzin                                                  hoofdzin 

De bijzin is een bijwoordelijke bepaling (tijd). We noemen dit dus een bijwoordelijke bijzin (bwb-zin). 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Beknopte bijzin
De beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. 
Na even gewacht te hebben, renden we het weiland over. 
Er zijn verschillende soorten:
  • Met (om) te + infinitief:
Ze probeert bij Driss onder de paraplu te schuilen. Om het allemaal nog erger te maken, ging ik maar weg. 
  • Met een tegenwoordig deelwoord:
Schuilend onder de paraplu pakte ze alvast haar fietssleutel. 
  • Met een voltooid deelwoord:
Uitgeput na een lange werkdag stapte hij in de auto en reed naar huis. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de beknopte bijzin in:

Vriendelijk lachend, komt Nathalie binnen.
A
Vriendelijk
B
Vriendelijk lachend
C
komt Nathalie
D
komt Nathalie binnen

Slide 5 - Quizvraag

Een beknopte bijzin heeft een onderwerp.
A
juist
B
niet juist

Slide 6 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Als het vakantie is, slaap ik elke dag uit.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Zonder te kijken staken de kleuters de straat over.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de volgende is een beknopte bijzin
A
Toen ik vanochtend wakker werd, was mijn wekker nog niet gegaan
B
Rennend over de gang, botste de jongen tegen de deur
C
Vandaag ga ik bowlen en morgen gaan we minigolfen
D
Ik hoop dat mijn familie staat te wachten als ik het vliegtuig uitkom

Slide 9 - Quizvraag

Wat laat je weg in een beknopte bijzin?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Persoonsvorm en onderwerp
D
Werkwoorden

Slide 10 - Quizvraag

Opdrachten
Opdracht 1a
Opdracht 3, 4, 5, 6, 7, 8

Slide 11 - Tekstslide

Samentrekking
Soms wordt in een samengestelde zin een deel weggelaten: een woord of een paar woorden die al eerder genoemd zijn. Dit noemen we een samentrekking

VB Het is een stereotype dat jongens technisch zijn en meisjes verzorgend. 
       Het is een stereotype dat jongens technisch zijn en dat meisjes verzorgend zijn

Samentrekkingen zijn alleen correct wanneer het weggelaten deel in beide zinnen
- dezelfde betekenis; 
- dezelfde vorm; 
- dezelfde grammatical functie heeft. 


Slide 12 - Tekstslide

De artiesten kwamen de kleedkamer binnen en werden een voor een geschminkt. Wat is hier weggelaten?

Slide 13 - Open vraag

Foutieve samentrekking
  • Jongens verstoren eerde de les en stuurt de docent daarom vaker weg.                                               Jongens: onderwerp, in het weggelaten deel is het lijdend voorwerp.

  • Vaak zakt zijn aandacht voor de uitleg en de jongen zelf voor zijn examen.                                           Zakken en zakken (voor) hebben een verschillende betekenis. 

  • Agressieve jongens moeten begeleid worden, maar juist deze jongen niet.                                         Moeten: pv meervoud, in het weggelaten deel moet een pv enkelvoud staan.

  • Maar nu zitten de jongens rustig op hun stoel en de meisjes te klieren.                                                  Zitten: zww, bij het weggelaten deel is het een hww. 

Slide 14 - Tekstslide

Verbeter:
De uitnodiging kwam op 2 mei en hebben we blij ontvangen.

Slide 15 - Open vraag

Verbeter:
Mijn ouders verheugden zich al en ik ook.

Slide 16 - Open vraag

Verbeter:
Het feest werd groots gevierd en daardoor een succes.

Slide 17 - Open vraag

Verbeter:
Maar om 12 uur ging het licht uit en mijn verkering ook.

Slide 18 - Open vraag

Verbeter:
Ik ben mijn grote liefde kwijt en best verdrietig.

Slide 19 - Open vraag

Opdrachten maken
Opdracht 10, 11, 13 van 5.7
Opdracht 10 van 5.8 = verplicht!

Alle andere opdrachten van 5.8 zijn facultatief. Maak bijvoorbeeld nog  de opdrachten die gaan over de woordsoorten die je nog moeilijk vindt. Een volledig overzicht van de woordsoorten vind je op blz 173

Slide 20 - Tekstslide