Grammatica 5.7 de samentrekking

5.7 Samentrekking

Na deze les:
  • weet je wat een samentrekking is
  • kun je en foutieve samentrekking herkennen en verbeteren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

5.7 Samentrekking

Na deze les:
  • weet je wat een samentrekking is
  • kun je en foutieve samentrekking herkennen en verbeteren

Slide 1 - Tekstslide

Samentrekking

Het is een stereotype 
dat jongens technisch zijn en meisjes verzorgend.

Klopt deze zin volgens jou?

Slide 2 - Tekstslide

Samentrekking
Het is een stereotype 
dat jongens technisch zijn en meisjes verzorgend.

Hier zijn woorden weggelaten om de zin in te korten!

Het is een stereotype dat 
jongens technisch zijn en dat meisjes verzorgend zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Samentrekking 
De artiesten kwamen het theater binnen en XXX ploften neer op de sofa van de VIP lounge.

Een samentrekking is alleen juist als het weggelaten deel:

  • dezelfde betekenis heeft (in beide gevallen gaat het om de artiesten);

  • dezelfde vorm heeft; (meervoud: kwamen > ploften)

  • dezelfde grammaticale functie heeft (bijv. o/lv en hww/zww. Beide keren het onderwerp!)

Slide 5 - Tekstslide

Meer voorbeelden
  • Wil je de rode of de gele snoepjes? (na rode kan het 'snoepjes' worden ingevoegd)

  • Hij kwam binnen, hing zijn jas op en ging zitten. ('hij' kan steeds als onderwerp voor de persoonsvorm worden ingevoegd)

  • Emma leest graag boeken en Jill tijdschriften.(de zinsdelen 'leest' en 'graag' kunnen na Jill als pv en bijwoordelijke bepaling worden ingevoegd)

  • 'Hij houdt wel van appeltaart, maar niet van chocoladecake' is een samentrekking van Hij houdt wel van appeltaart, maar hij houdt niet van chocoladecake: de woorden 'hij' en 'houdt' zijn correct weggelaten

Slide 6 - Tekstslide

Foutieve samentrekking 
De samentrekking is foutief als deze:

  • niet dezelfde betekenis heeft 
     Zijn aandacht voor de uitleg zakt en hijzelf voor zijn examen ('zakken' > 'zakken voor')

  • niet dezelfde vorm heeft; 
    De jongens zitten te gamen en de beste van de klas niet (meervoud > enkelvoud)

  • niet dezelfde grammaticale functie heeft
    Meisjes kletsen vaak in de klas en haalt de docent daarom vaak uit elkaar (o > lv) 


Slide 7 - Tekstslide

Meer voorbeelden 
  • Dat heeft hij nooit gedaan en dat zal hij ook nooit. (‘Dat heeft hij nooit gedaan en dat zal hij ook nooit doen‘ – niet dezelfde vorm)

  • De Eerste Kamer heeft de wet aangenomen en geldt vanaf 1 januari. ('de wet' is in het eerste deel lv en zou in het tweede deel van de zin o moeten zijn)

  • Hij is acteur en uitgenodigd bij een première. ('is' is koppelwerkwoord in ‘Hij is acteur’ en hulpwerkwoord in ‘Hij is uitgenodigd bij een première’)

  • Hij stak zijn hand uit en de straat over. ('steken' heeft hier twee verschillende betekenissen)




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Samentrekking oefenen

Maak opdracht 5, 6, 10, 11, 12
 
> Klaar? Oefenen voor de toets.

Slide 10 - Tekstslide