5.7 grammatica

Welkom TTOH3A
- Rustig zitten op je plek

-Pak een leesboek
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom TTOH3A
- Rustig zitten op je plek

-Pak een leesboek

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
- Lezen of fictie
- Herhaling bijzin
- Samentrekking
-Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen of fictie 3
Pak je leesboek en lees in stilte

Aan de slag met de fictie opdracht in stilte

Fictie = 17 maart
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Bijwoordelijke bijzin
De bijzin heeft de functie van een bijwoordelijke bepaling in de hoofdzin. 
Toen ze genoeg gespaard had,//kocht / ze / een nieuwe iPhone.
                         bijzin                                                  hoofdzin 

De bijzin is een bijwoordelijke bepaling (tijd). We noemen dit dus een bijwoordelijke bijzin (bwb-zin). 

Slide 4 - Tekstslide

Beknopte bijzin
De beknopte bijzin is een bijzin zonder onderwerp en persoonsvorm. 
Na even gewacht te hebben, renden we het weiland over. 
Er zijn verschillende soorten:
  • Met (om) te + infinitief:
Ze probeert bij Driss onder de paraplu te schuilen. Om het allemaal nog erger te maken, ging ik maar weg. 
  • Met een tegenwoordig deelwoord:
Schuilend onder de paraplu pakte ze alvast haar fietssleutel. 
  • Met een voltooid deelwoord:
Uitgeput na een lange werkdag stapte hij in de auto en reed naar huis. 

Slide 5 - Tekstslide

Bijzin of beknopte bijzin?

Als het vakantie is, slaap ik elke dag uit.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 6 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Zonder te kijken staken de kleuters de straat over.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende is een beknopte bijzin
A
Toen ik vanochtend wakker werd, was mijn wekker nog niet gegaan
B
Rennend over de gang, botste de jongen tegen de deur
C
Vandaag ga ik bowlen en morgen gaan we minigolfen
D
Ik hoop dat mijn familie staat te wachten als ik het vliegtuig uitkom

Slide 8 - Quizvraag

Wat laat je weg in een beknopte bijzin?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Persoonsvorm en onderwerp
D
Werkwoorden

Slide 9 - Quizvraag

Samentrekking
Soms wordt in een samengestelde zin een deel weggelaten: een woord of een paar woorden die al eerder genoemd zijn. Dit noemen we een samentrekking

VB Het is een stereotype dat jongens technisch zijn en meisjes verzorgend. 
       Het is een stereotype dat jongens technisch zijn en dat meisjes verzorgend zijn

Samentrekkingen zijn alleen correct wanneer het weggelaten deel in beide zinnen
- dezelfde betekenis; 
- dezelfde vorm; 
- dezelfde grammatical functie heeft. 


Slide 10 - Tekstslide

De artiesten kwamen de kleedkamer binnen en werden een voor een geschminkt. Wat is hier weggelaten?

Slide 11 - Open vraag

Foutieve samentrekking
  • Jongens verstoren eerde de les en stuurt de docent daarom vaker weg.                                               Jongens: onderwerp, in het weggelaten deel is het lijdend voorwerp.

  • Vaak zakt zijn aandacht voor de uitleg en de jongen zelf voor zijn examen.                                           Zakken en zakken (voor) hebben een verschillende betekenis. 

  • Agressieve jongens moeten begeleid worden, maar juist deze jongen niet.                                         Moeten: pv meervoud, in het weggelaten deel moet een pv enkelvoud staan.

  • Maar nu zitten de jongens rustig op hun stoel en de meisjes te klieren.                                                  Zitten: zww, bij het weggelaten deel is het een hww. 

Slide 12 - Tekstslide

Verbeter:
De uitnodiging kwam op 2 mei en hebben we blij ontvangen.

Slide 13 - Open vraag

Verbeter:
Mijn ouders verheugden zich al en ik ook.

Slide 14 - Open vraag

Verbeter:
Het feest werd groots gevierd en daardoor een succes.

Slide 15 - Open vraag

Verbeter:
Maar om 12 uur ging het licht uit en mijn verkering ook.

Slide 16 - Open vraag

Verbeter:
Ik ben mijn grote liefde kwijt en best verdrietig.

Slide 17 - Open vraag

Maken

Boek A mee? 
§2.7) 3,4, 5
3.7) 4,5, 6, 7, 8,

Boek B mee?
§4.8) 3, 5, 6 en 7
§5.7) 11, 12, 13

Voor jezelf, zonder oortjes, tot het einde van de les.
 
Klaar? Fictie 3
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide