Wie ben ik? (Zelfportret)

Kunst&Cultuur/Beeldende vorming
klas 1 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kunst&Cultuur/Beeldende vorming
klas 1 

Slide 1 - Tekstslide

Structuur
De  wijze waarop iets opgebouwd of samengesteld is.
Dat kan van alles zijn.  Bij bv/kunst onderscheiden we natuurlijke en kunstmatige structuren. Natuurlijke structuren vind je in de natuur en kunstmatige zijn door de mens gemaakt.  
Zie de voorbeelden hiernaast.

Slide 2 - Tekstslide

Oefening potlood

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht Naam
  • Teken op een strook papier je naam in blokletters. 
  • Vul alle letters op met een andere structuur. Denk aan bijvoorbeeld nerven van hout, schubben, rondjes, kruisjes.
  • Teken eerst met HB-potlood, gebruik daarna pen en inkt om alle lijnen zwart te maken. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht Naam

Slide 5 - Tekstslide

Collage

Een collage is een kunstvorm, waarbij de kunstenaar gebruikmaakt van uitgeknipte of gescheurde stukken papier of ander materiaal, die met lijm op een steviger drager, bij voorbeeld papier of schildersdoek geplakt worden. De gebruikte materialen kunnen bijvoorbeeld zijn: (kleine) losse objecten, knipsels uit tijdschriften (tekst, foto's, advertenties), delen van originele foto's, tekeningen, gescheurde stukjes van een mislukte aquarel. Het woord collage komt uit het Frans, van het werkwoord coller, waar het plakken of kleven betekent. 

Tegenwoordig kun je ook digitale collages maken zoek maar eens op internet voor voorbeelden.

Slide 6 - Tekstslide

Pak je etui, potlood, gum en puntenslijper en ga rustig op je plek zitten. Je mag tekenen tijdens de dagopening zolang je maar  stil bent

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Collage Wie ben ik?
Verzamel foto's van jezelf, je gezin, huisdieren, slaapkamer, hobby's, sport, vakanties, etc. 
Gebruik deze foto's om een collage te maken. In het midden komt je naam. Daaromheen plak je foto's die bij jou horen. Je kunt twee bladzijden naast elkaar gebruiken. 

sjl@gsr.nl

Slide 12 - Tekstslide

Oefening gewassen inkt
Als je een inkt met water verdunt kun je allerlei verschillende tinten maken. Veel water en weinig inkt geeft een lichte grijstint, weinig water en veel inkt geeft een donkere tint.
Probeer met gewassen inkt verschillende tinten te maken.

Slide 13 - Tekstslide

Portret
  • Verzamel 5 verschillende plaatjes van ogen, neuzen, oren en monden.
  • Oefening: Probeer deze plaatjes zo goed mogelijk na te tekenen. Gebruik eerst HB-potlood om te schetsen. 
  • Tip: Maak ook gebruik van filmpjes op youtube!

Slide 14 - Tekstslide

5x oog, mond, neus en oor tekenen
Je tekent in totaal dus vijf ogen, vijf monden, vijf neuzen en vijf oren en plakt de plaatjes uit de tijdschriften erbij. 
Hiernaast nog een filmpje om heel simpel een oor te tekenen. Ook op de volgende site staan nog wat voorbeelden die je kunnen helpen. 

https://www.lauwpauw.com/hoe-teken-je-ogen/
Kopieer de regel en open deze in safari of in een andere browser.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zelfportret
Ieder gezicht heeft individuele trekken. De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat dikker. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. Een gezicht is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. Hoe dit precies zit leer je in deze opdracht. 

Slide 19 - Tekstslide

Zelfportret
Hiernaast zie je twee schema's om een portret in te delen. Dit ga je oefenen in je tekenboek. Maak met je ipad een foto van je gezicht.(een selfie) Doe dat recht van voren. Bewerk de foto door deze in zwart wit te zetten. Doe dit door de foto te selecteren en dan op wijzig te klikken in de rechter bovenhoek. Aan de linker kant kies je de middelste optie en zet dan de kleur aan de rechterkant op noir. In de volgende dia's gaan we stap voor stap het schema doornemen.

Slide 20 - Tekstslide

Stap voor stap
  • De grondvorm van een hoofd heeft een eivorm met de punt op de plaats van de kin. (op de kop)
  •  Verdeel het ei in 2 gelijke helften door een horizontale dunne lijn. 
  • De lijn waar de ogen op liggen, (ooglijn) loopt bij een volwassene door het midden van het hoofd.  

Slide 21 - Tekstslide


  • De helft van ooglijn en kin is de lijn waarop de onderkant van de neus komt.
  • Verdeel het stukje van neus naar kin in twee gelijke helften. 
  • Op die lijn komt de mond.
  • De mondhoeken zitten bij een gesloten mond recht onder de pupillen.
  • De oren zitten tussen oog en neuslijn.
  • Als je een verticale lijn tekent vanuit je pupil naar beneden dan zijn dat de mondhoeken. 
  • Teken een stuk van je nek onder je gezicht. 


Slide 22 - Tekstslide

Portret
Schema

Slide 23 - Tekstslide

Portret
Oefening: 
Maak een zelfportret met potlood. Probeer jezelf zo goed mogelijk na te tekenen.

Na afloop gaan we alle portretten samen bekijken.

Slide 24 - Tekstslide

Portret

Slide 25 - Tekstslide

Portret
Oefenen met schema

Slide 26 - Tekstslide

Modigliani
Amedeo Clemente Modigliani (Livorno, 12 juli 1884 - Parijs, 24 januari 1920) was een Italiaans kunstschilder en beeldhouwer.
Kenmerken voor de portretten van Modigliani:
  • Gezichten zijn langgerekt
  • Gezichten staan vaak scheef
  • Er worden warme kleuren gebruikt
  • De vormen zijn zwart omrand

Slide 27 - Tekstslide

Modigliani

Slide 28 - Tekstslide

Modigliani
Maak op zwart papier een zelfportret  in de stijl van Modigliani.

Slide 29 - Tekstslide

Modigliani

Slide 30 - Tekstslide