Lijn - Zelfportret

Lijn - Zelfportret
Beeldende vorming - klas 1 

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Lijn - Zelfportret
Beeldende vorming - klas 1 

Slide 1 - Tekstslide

Kennismaking en informatie
  • Beeldende vorming - tekenen/handvaardigheid
  • Materialen en tekenboek
  • Veiligheid (lokaal/magazijn/noodstoppen)

Slide 2 - Tekstslide

Oefening potlood (1)
Er bestaan verschillende soorten potloden, bijvoorbeeld: 
  • HB, 2B, 6B, grafietpotlood 4B 

Maak in je tekenboek vier 'stroken' waarin je deze potloden gaat testen. Kleur de blokken in van licht naar donker (of andersom).
Wat valt je op aan de verschillende potloden?

Slide 3 - Tekstslide

Oefening potlood (2)
  • HB
  • 2B
  • 6B
  • grafietpotlood 4B

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
Teken 9 rechthoekjes in je tekenboek of op een vel tekenpapier. 
Elk rechthoekje vul je op een andere manier. Gebruik potloden met verschillende hardheden en probeer verschillende arceringen. 
Gebruik ook je vinger of een doekje om potlood uit te vegen. Schrijf bij elk tekeningetje welk potlood je hebt gebruikt.

Slide 10 - Tekstslide

Lijn

Slide 11 - Tekstslide

Verschillende soorten structuren
Natuurlijke structuren
Kunstmatige structuren

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht
Vul je iedere graffiti letters met een getekende structuur.
Alle letters zijn anders.
Doe dit met pen en inkt. Voor inspiratie kun je in google zoeken met het woord zentangle.
Zentangle
Tip: oefen eerst even met pen en inkt op een oefenpapiertje

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht Naam
  • Teken op een strook papier je naam in blokletters. 
  • Vul alle letters op met een andere structuur. Denk aan bijvoorbeeld nerven van hout, schubben, rondjes, kruisjes.
  • Teken eerst met HB-potlood, gebruik daarna pen en inkt om alle lijnen zwart te maken. 

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht Naam

Slide 15 - Tekstslide

Oefening gewassen inkt
Als je een inkt met water verdunt kun je allerlei verschillende tinten maken. Veel water en weinig inkt geeft een lichte grijstint, weinig water en veel inkt geeft een donkere tint.
Probeer met gewassen inkt verschillende tinten te maken. Plak de oefening in je pillowbook.

Slide 16 - Tekstslide

Collage

Een collage is een kunstvorm, waarbij de kunstenaar gebruikmaakt van uitgeknipte of gescheurde stukken papier of ander materiaal, die met lijm op een steviger drager, bij voorbeeld papier of schildersdoek geplakt worden. De gebruikte materialen kunnen bijvoorbeeld zijn: (kleine) losse objecten, knipsels uit tijdschriften (tekst, foto's, advertenties), delen van originele foto's, tekeningen, gescheurde stukjes van een mislukte aquarel. Het woord collage komt uit het Frans, van het werkwoord coller, waar het plakken of kleven betekent. 

Tegenwoordig kun je ook digitale collages maken zoek maar eens op internet voor voorbeelden.

Slide 17 - Tekstslide

Persoonlijk moodboard (collage)
Verzamel afbeeldingen en teksten uit tijdschriften en maak een moodboard (collage) over jezelf op 1 A4 (in je tekenboek). 
Je kunt er eventueel ook bij tekenen/kleuren.

Slide 18 - Tekstslide

Portret
  • Verzamel 5 verschillende plaatjes van ogen, neuzen, oren en monden en plak ze in je pillowbook.
  • Oefening: Probeer deze plaatjes zo goed mogelijk na te tekenen. Gebruik eerst HB-potlood om te schetsen. Gebruik 2B, 6B en grafietpotlood voor licht-donker/schaduwen.
  • Tip: Maak ook gebruik van filmpjes op youtube!

Slide 19 - Tekstslide

5x oog, mond, neus en oor tekenen
Je tekent in totaal dus vijf ogen, vijf monden, vijf neuzen en vijf oren en plakt de plaatjes uit de tijdschriften erbij. 
Hiernaast nog een filmpje om heel simpel een oor te tekenen. Ook op de volgende site staan nog wat voorbeelden die je kunnen helpen. 

https://www.lauwpauw.com/hoe-teken-je-ogen/
Kopieer de regel en open deze in safari of in een andere browser.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Zelfportret
Ieder gezicht heeft individuele trekken. De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat dikker. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. Een gezicht is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. Hoe dit precies zit leer je in deze opdracht. 

Slide 24 - Tekstslide

Zelfportret
Hiernaast zie je twee schema's om een portret in te delen. Dit ga je oefenen in je tekenboek. Maak met je ipad een foto van je gezicht.(een selfie) Doe dat recht van voren. Bewerk de foto door deze in zwart wit te zetten. Doe dit door de foto te selecteren en dan op wijzig te klikken in de rechter bovenhoek. Aan de linker kant kies je de middelste optie en zet dan de kleur aan de rechterkant op noir. In de volgende dia's gaan we stap voor stap het schema doornemen.

Slide 25 - Tekstslide

Stap voor stap
  • De grondvorm van een hoofd heeft een eivorm met de punt op de plaats van de kin. (op de kop)
  •  Verdeel het ei in 2 gelijke helften door een horizontale dunne lijn. 
  • De lijn waar de ogen op liggen, (ooglijn) loopt bij een volwassene door het midden van het hoofd.  

Slide 26 - Tekstslide


  • De helft van ooglijn en kin is de lijn waarop de onderkant van de neus komt.
  • Verdeel het stukje van neus naar kin in twee gelijke helften. 
  • Op die lijn komt de mond.
  • De mondhoeken zitten bij een gesloten mond recht onder de pupillen.
  • De oren zitten tussen oog en neuslijn.
  • Als je een verticale lijn tekent vanuit je pupil naar beneden dan zijn dat de mondhoeken. 
  • Teken een stuk van je nek onder je gezicht. 


Slide 27 - Tekstslide

Portret
Schema

Slide 28 - Tekstslide

Portret
Oefening: 
Maak een zelfportret met potlood. Probeer jezelf zo goed mogelijk na te tekenen.

Na afloop gaan we alle portretten samen bekijken.

Slide 29 - Tekstslide

Portret

Slide 30 - Tekstslide

Portret
Oefenen met schema

Slide 31 - Tekstslide

Portret op MDF
Genoeg geoefend. We gaan nu ons zelfportret op een stuk MDF zetten en deze niet met potlood maar met gewassen inkt en pen en inkt uitwerken. Teken eerst met HB potlood het schema op het MDF en werk het daarna verder uit. Daarna geef je de achtergrond een kleur met wasco. 

                                                          Succes!

Slide 32 - Tekstslide

Modigliani
Amedeo Clemente Modigliani (Livorno, 12 juli 1884 - Parijs, 24 januari 1920) was een Italiaans kunstschilder en beeldhouwer.
Kenmerken voor de portretten van Modigliani:
  • Gezichten zijn langgerekt
  • Gezichten staan vaak scheef
  • Er worden warme kleuren gebruikt
  • De vormen zijn zwart omrand

Slide 33 - Tekstslide

Modigliani

Slide 34 - Tekstslide

Modigliani
Maak op zwart papier een zelfportret  in de stijl van Modigliani.

Slide 35 - Tekstslide

Modigliani

Slide 36 - Tekstslide