H5.1 Verbranding

H5.1 Verbranding
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H5.1 Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Wat is een verbrandingsreactie is?
  • Welke voorwaarden zijn nodig voor een verbranding?
  • Hoe kun je een brand blussen?
  • Kijken hoe je verbrandingsproducten kunt aantonen.

Hoe gaan we dit doen?
  • Uitleg docent
  • Opdrachten map

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  • Je kunt nu uitleggen wat een verbrandingsreactie is.
  • Je kunt nu de drie voorwaarden voor verbranden noemen.
  • Je kunt nu aangeven hoe je een brand kunt blussen.
  • Je kunt aangeven welke verbrandingsproducten ontstaan.
  • Je kunt nu aangeven met welk reagens je de verbrandingsproducten kunt aantonen.

Slide 3 - Tekstslide

Stoffen
Voorwaarden verbranding


Een
brand
ontstaat alleen
wanneer
alle



drie
de
voorwaarden aanwezig
zijn.






Wanneer

1 van de voorwaarden
wordt



weggehaald,
dooft het vuur.



Een
verbrandingsreactie is altijd een reactie met zuurstof.




Bij
een
verbrandingsreactie komt altijd warmte vrij: Exotherm.





Slide 4 - Tekstslide

Verbranding elementen

Een verbranding is een reactie met zuurstof.

Bij de verbranding van een element ontstaat het oxide van dat element.

Verbranding van:

Cu -> Koperoxide = CuO           

Al -> Aluminiumoxide = Al2O3

S -> Zwaveldioxide = SO2

H2 -> Diwaterstofoxide = H2O = Water

Mg->Magnesiumoxide  = MgO

Slide 5 - Tekstslide

Niet metaal Oxiden
Alleen bij een niet-metaaloxide gebruik je deze voorvoegsels.

Komt het eerste element 1 keer voor dan gebruik je geen mono.

Als het element zuurstof maar één keer voorkomt, gebruik je wel het voorvoegsel mono.

Slide 6 - Tekstslide

Oxiden (Tabel 5.4b(H) of 5.6(V) boek)

Slide 7 - Tekstslide

Volledige verbranding

Volledige verbranding: een verbranding met voldoende zuurstof, het is een schone verbranding

Kenmerken: geen rook, blauwe of kleurloze vlam, alle brandstof verbrandt, er ontstaat water en koolstofdioxide.


Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, er verdwijnen stoffen en er ontstaan andere stoffen.


Slide 8 - Tekstslide

Volledige verbranding

Slide 9 - Tekstslide

Onvolledige verbranding

Onvolledige verbranding: een verbranding met te weinig zuurstof. Het is geen schone verbranding.

Kenmerken: wel rook zichtbaar, gele vlam = brandende roetdeeltjes, niet alle brandstof verbrandt, er ontstaat water, roet en koolstofmonoxide.

Slide 10 - Tekstslide

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
  • voldoende zuurstof
Onvolledige verbranding
  • Onvoldoende zuurstof
  • Andere reactieproducten
Zeer giftig gas!

Slide 11 - Tekstslide

Ontstane oxiden

Slide 12 - Tekstslide

Aantonen verbrandingsproducten
Producten zijn niet altijd te zien (denk aan waterdamp en koolstofdioxide).
Je kunt ze wel aantonen met een reagens. 
Wit kopersulfaat
Helder kalkwater
Broomwater
Opstelling

Slide 13 - Tekstslide

Explosies

Slide 14 - Tekstslide

Explosies
Bij een explosieve verbrandingsreactie moeten de fijn verdeelde brandstof en de zuurstof in de juiste verhouding gemengd zijn.
Er moet ook een sterke exotherme reactie optreden waarbij gasvormige producten ontstaan.
Fase: Gasvormig

Slide 15 - Tekstslide

Samenvatting
  • Bij een verbrandingsreactie moet er een brandbare stof zijn, moet er voldoende zuurstof aanwezig zijn en de ontbrandingstemperatuur moet bereikt zijn.
  • Je kunt een brand blussen door een of meerdere van de drie voorwaarden van een brand weg te nemen.
  • Een oxide bestaat uit twee atoomsoorten waarvan de tweede zuurstof (de oxide) is.
  • In de naamgeving gebruik je voorvoegsels wanneer het eerste atoom een niet-metaal is.
  • Een reagens is een stof waarmee je heel specifiek één andere stof kunt aantonen.
  • Een explosie is een exotherme reactie waarbij de brandstof en zuurstof in de juiste verhoudingen zijn gemengd. Bij de reactie ontstaan gassen die snel en sterk uitzetten.

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  • Je kunt nu uitleggen wat een verbrandingsreactie is.
  • Je kunt nu de drie voorwaarden voor verbranden noemen.
  • Je kunt nu aangeven hoe je een brand kunt blussen.
  • Je kunt aangeven welke verbrandingsproducten ontstaan.
  • Je kunt nu aangeven met welk reagens je de verbrandingsprodukten kunt aantonen.

Slide 17 - Tekstslide