les 8 spelling paragraaf 4 hoofdletters

Toets inzien
Verder met spelling
Hoofdletters
Pak vast voor je:
- je laptop


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Toets inzien
Verder met spelling
Hoofdletters
Pak vast voor je:
- je laptop


Slide 1 - Tekstslide

Spelling § 4 
Hoofdletters en leestekens





Slide 2 - Tekstslide

Spelling § 4 
Hoofdletters en leestekens




Let op: als je iets in het Engels of Duits met een hoofdletter schrijft, hoeft dat nog niet zo te zijn in het Nederlands!

Slide 3 - Tekstslide

Volgende lessen spelling § 4-13

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer wel?
  • Aan het begin van een zin 
    - Een apostrof aan het begin? Dan het tweede woord met een hoofdletter:
       
      's Avonds ga ik naar een verjaardag.
    't Zal wel laat worden voor ik thuis kom.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer wel?
  • - Hoe zit het bij directe rede? (letterlijk gesproken tekst )
    Let goed op: de uitspraak begint met een hoofdletter, maar kan later verder gaan zonder hoofdletter, als er geen nieuwe zin begint:

Roos zei: 'Ik wil je nooit meer zien!'
'Zal ik je naar huis brengen?', vroeg Roos aan Peter.
Ik vroeg haar op mijn beurt: 'Ga je nog op vakantie?'
'Als ik hier druk,' zei Toon Hermans, 'doet het daar pijn.'


Slide 6 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer wel?
Bij persoonsnamen 
> voor- en achternamen:
Max Verstappen
> Bij een voornaam of voorletter, schrijf je een voorvoegsel zonder hoofdletter. 
> Zonder voornaam of voorletter krijgt (het eerste)voorvoegsel een hoofdletter.
Mevrouw Van Leeuwen is de nieuwe directeur van de school.
De wedstrijd is gewonnen door Van den Brink. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer wel?

  • Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven of diensten
    Nederlands Dagblad, Het Heerenlanden, FC Utrecht, Rode Kruis, Laco.

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer wel?
  • Aan het begin van een zin 
  • Bij persoonsnamen 
  • Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven of diensten
  • Aardrijkskundige namen (of afleidingen daarvan)
  • Namen van merken
  • Historische gebeurtenissen
  • Straten
  • Hemellichamen
  • Gebouwen
  • Feestdagen
  • Titels van boeken en films

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer wel?
  • Aan het begin van een zin 
  • Bij persoonsnamen 
  • Bij namen van verenigingen, instellingen, bedrijven of diensten
  • Aardrijkskundige namen (of afleidingen)
  • Namen van merken
  • Historische gebeurtenissen
  • Straten
  • Hemellichamen
  • Gebouwen
  • Feestdagen
  • Titels van boeken en films
  • Zuid-Beverland, het rijke Westen, Frans
  • Adidas, Samsung
  • Tweede Wereldoorlog, Oktoberrevolutie
  • Eksterlaan, Vondelkade, Fonteinstraat
  • Pluto, de Grote Beer, Poolster
  • de Sint-Janskerk, Westend, 't Trefpunt
  • Suikerfeest, Moederdag, Kerstmis (!)
  • De donkere kamer van Damokles, Friends

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdletters, wanneer niet?
  • namen van soorten: een stukje camembert, een dure champagne.
  • historische periodes: de middeleeuwen, de klassieke oudheid.
  • afleidingen van feestdagen: kerstboom, kerst, paasvakantie, suikerfeestoutfit.
  • maanden januari (verschil met Engels!)
  • dagen woensdag
  • jaargetijden lente
  • windstreken: de wind komt uit het westen.
  • religies (en afleidingen): islam, christendom, hindoeïsme, katholiek

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen 
  • maak online planning 4

Slide 12 - Tekstslide