Basisvaardigheden 1-7

Basisvaardigheden 1 t/m 7
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisvaardigheden 1 t/m 7

Slide 1 - Tekstslide

Wie kan dit uitleggen?

Slide 2 - Tekstslide

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt decimale getallen optellen en aftrekken door te cijferen.

Slide 3 - Tekstslide

447 + 126 =
A
549
B
558
C
498
D
573

Slide 4 - Quizvraag

537 + 86 = 

Slide 5 - Tekstslide

214 - 123 = 

Slide 6 - Tekstslide

Decimalen

Slide 7 - Tekstslide

Decimale getallen
Een decimaal getal is een getal waar een komma in staat. 
De cijfers achter de komma noem je decimalen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vergelijken
Als je getallen vergelijkt, kun je de tekens >, < en = gebruiken.

> betekent is groter dan
< betekent is kleiner dan
= betekent is even groot als

Slide 10 - Tekstslide

0,65 + 0,34 =

Slide 11 - Open vraag

3,08 + 2,99 =

Slide 12 - Open vraag

Dan gaan we aan de slag
Huiswerk:

Slide 13 - Tekstslide

9,63 - 2,5 =

Slide 14 - Open vraag

Cijferend optellen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Basisvaardigheid 13 - Afronden

Slide 23 - Tekstslide

Afronden met geld

Slide 24 - Tekstslide

Even oefenen....

Slide 25 - Tekstslide

afronden op 1 decimaal

86,73
A
86
B
87
C
86,7
D
86,8

Slide 26 - Quizvraag

Afronden op een geheel getal
35,78
A
35,00
B
36,00
C
35
D
36

Slide 27 - Quizvraag

Afronden op twee decimalen

25,628
A
25,62
B
25,65
C
25,63

Slide 28 - Quizvraag