Fictie week 22 t/h/v

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat heb je nodig?

- Laptop + oplader

- Kern lesboek

- Schrift

- Etui

Terugblik

- Waar ging 'Ontsnapt' over?

- Hoe zijn de opdrachten gegaan?

Wat leer je deze week?

- Ik kan een verhaal samenvatten

- Ik weet wat personages zijn

- Ik kan me inleven in een personage uit een verhaal

- Ik kan een persoonlijke brief schrijven

Personages

- Hoofdpersonen

- Bijpersonen

- Achtergrondpersonen

De hoofdpersoon

De belangrijkste persoon in een verhaal. Zij moeten vaak een probleem oplossen. 

Van hem of haar kom je heel veel te weten:

- wat voor karakter ze hebben: slim, jaloers, eigenwijs etc.:

- hoe ze eruit zien (uiterlijk): kleur haar, soort kleding, etc.:

- wat ze denken en voelen;

- hoe ze met problemen omgaan.

Bijpersonen

Zij zijn noodzakelijk in het verhaal, maar spelen geen grote rol.  Ze zijn dus vaak belangrijk voor bepaalde delen van het verhaal. 

Achtergrond-personen

Zij zijn bedoeld als 'opvulling'.
Ze hebben geen speciale rol in het verhaal.

Beschrijven van personages

- Uiterlijk

- Innerlijk (karakter)

Uiterlijk van personages

Als je het uiterlijk van personages in verhalen wilt omschrijven, kun je denken aan:

• kleur en lengte van het haar
• soort kleding
• huidskleur

Karakter (innerlijk) van personen

Als je het karakter van personages in verhalen wilt omschrijven, omschrijf je zijn of haar eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan:

geduldig - ongeduldig   

aardig - gemeen

slim - dom

netjes - slordig

verlegen - brutaal

Het schrijven van een persoonlijke brief

(opdracht 2)

We kijken samen naar twee voorbeelden.

Kwaliteitscriteria opstellen

Kijk nog een keer naar de vorige voorbeelden. 

Welke onderdelen in de brieven zijn belangrijk bij het schrijven van een persoonlijke brief?

Wat ga je deze week doen? 

• Kijk naar de kwaliteitscriteria die we net samen hebben opgesteld. 
• Schrijf aan de hand van deze criteria een persoonlijke brief (opdracht 2)

Aan de slag!

1. Lees Dolleman van Rob Ruggenberg

2. Maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten

3. Plaats de opdrachten in jouw fictiedossier

4. Leer de woordjes uit de woordenlijst