Fictie - opdrachten bij Dolleman

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Laptop + oplader
- Kern lesboek
- Schrift
- Etui
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat heb je nodig?
- Laptop + oplader
- Kern lesboek
- Schrift
- Etui

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we vandaag? 
  • KwaliteitsQuiz woordjes
  • Fictiedossier
  • Opdrachten van vorige week bekijken 
  • leerdoelen doornemen
  • interactieve instructie 
  • zelfstandig aan de slag met de opdrachten van deze week 



Slide 2 - Tekstslide

Wat is de betekenis van het woord 'competentie'?
A
Het beheersen van een bepaalde vaardigheid
B
Het geven van een moeilijke opdracht
C
Het bedenken van een nieuw plan

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het woord 'passief'?
A
Waarbij veel gedaan wordt
B
Waarbij alleen gedaan wordt wat nodig is
C
Waarbij niets gedaan wordt

Slide 4 - Quizvraag

Maak een zin met daarin het woord 'passief'. let op: uit de zin moet blijken dat jij weet wat het woord betekent.

Slide 5 - Open vraag

opdrachten van jullie 

Slide 6 - Tekstslide

Verbeterpunten
  • Antwoord altijd in hele zinnen
  • Bij een beoordelingswoord als spannend, moet je ook uitleggen waarom je het verhaal spannend vindt. 
      Een tip: gebruik concrete voorbeelden. 
  • Als je niet wat een woord uit de opdracht betekent: google de betekenis (bijvoorbeel van beoordelingswoord). 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen

- Ik kan een verhaal samenvatten

- Ik weet wat personages zijn
- Ik kan me inleven in een personage uit een verhaal
- Ik kan een persoonlijke brief schrijven


Slide 8 - Tekstslide

Personages
- Hoofdpersonen
- Bijpersonen
- Achtergrondpersonen

Slide 9 - Tekstslide

De hoofdpersoon

De belangrijkste persoon in een verhaal. Zij moeten vaak een probleem oplossen. 


Van hem of haar kom je heel veel te weten:

- wat voor karakter ze hebben: slim, jaloers, eigenwijs etc.:

- hoe ze eruit zien (uiterlijk): kleur haar, soort kleding, etc.:

- wat ze denken en voelen;

- hoe ze met problemen omgaan.




Slide 10 - Tekstslide

Bijpersonen


Zij zijn noodzakelijk in het verhaal, maar spelen geen grote rol.  Ze zijn dus vaak belangrijk voor bepaalde delen van het verhaal. 

Slide 11 - Tekstslide

Achtergrond-personen

Zij zijn bedoeld als 'opvulling'.
Ze hebben geen speciale rol in het verhaal.

Slide 12 - Tekstslide

Beschrijven van personages

- Uiterlijk
- Innerlijk (karakter)

Slide 13 - Tekstslide

Uiterlijk van personages
Als je het uiterlijk van personages in verhalen wilt omschrijven, kun je denken aan:
  • kleur en lengte van het haar
  • soort kleding
  • huidskleur


Slide 14 - Tekstslide

Karakter (innerlijk) van personen

Als je het karakter van personages in verhalen wilt omschrijven, omschrijf je zijn of haar eigenschappen. Denk bijvoorbeeld aan:

geduldig - ongeduldig   
aardig - gemeen
slim - dom
netjes - slordig
verlegen - brutaal

Slide 15 - Tekstslide

Het schrijven van een persoonlijke brief


We kijken samen naar twee voorbeelden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Kwaliteitscriteria opstellen

Kijk nog een keer naar de vorige voorbeelden. 

Welke onderdelen in de brieven zijn belangrijk bij het schrijven van een persoonlijke brief?

Slide 19 - Tekstslide

Wat ga je deze week doen? 
  • Kijk naar de kwaliteitscriteria die we net samen hebben opgesteld. 
  • Schrijf aan de hand van deze criteria een persoonlijke brief (opdracht 2)

-> Volgende week: feedback krijgen en verwerken

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!

1. Lees Dolleman van Rob Ruggenberg
2. Maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten
3. Plaats de opdrachten in jouw fictiedossier
4. Leer de woordjes uit de woordenlijst

Slide 21 - Tekstslide