11/11 Grammatica woordsoorten en werkwoordspelling

Belangrijke zaken
  • Donderdag nieuw leesboek mee!


Deze week: 
  • Grammatica h2 + woordenschat afmaken
  • Toets nabespreken
  • Donderdag nieuw leesboek mee
  • Reclamecampagne-opdracht (donderdag afmaken + presenteren).

Vandaag
  • Grammatica zinsdelen oefentoets nabespreken
  • Online grammatica woordsoorten maken + werkwoordspelling
  • LESDOEL: 'Ik begrijp het verschil tussen een koppelwerkwoord en een hulpwerkwoord'

Let op: Zorg dat je elke les je boek bij je hebt.

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Belangrijke zaken
  • Donderdag nieuw leesboek mee!


Deze week: 
  • Grammatica h2 + woordenschat afmaken
  • Toets nabespreken
  • Donderdag nieuw leesboek mee
  • Reclamecampagne-opdracht (donderdag afmaken + presenteren).

Vandaag
  • Grammatica zinsdelen oefentoets nabespreken
  • Online grammatica woordsoorten maken + werkwoordspelling
  • LESDOEL: 'Ik begrijp het verschil tussen een koppelwerkwoord en een hulpwerkwoord'

Let op: Zorg dat je elke les je boek bij je hebt.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Oefentoets nabespreken
Pak allemaal de oefentoets grammatica zinsdelen (naamwoordelijk gezegde) erbij.
We kijken het eerste deel samen na. De overige antwoorden deel ik in Teams.

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag met grammatica
woordsoorten + werkwoordspelling

  • Open je boek op bladzijde 60
  • Lees nog even de theorie door
  • Pak een laptop en maak alle opdrachten die bij je leerroute horen van grammatica woordsoorten (koppelwerkwoord of hulpwerkwoord) van Nieuw Nederlands
  • Klaar? Ga dan verder met alles van werkwoordspelling (Engelse werkwoorden).
timer
25:00

Slide 4 - Tekstslide

Zij heeft het gelukkig niet kunnen zien.

Wat is/zijn de hulpwerkwoord(en)?
A
heeft
B
heeft zien
C
heeft kunnen
D
kunnen zien

Slide 5 - Quizvraag

Kan je meer hulpwerkwoorden in een in hebben?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag


Ik ben naar de kapper geweest.
ben=
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Wat is kenmerk van een hulpwerkwoord?
A
helpt het belangrijkste werkwoord in de zin
B
kan als enig werkwoord in een zin staan
C
belangrijkste werkwoord in een zin
D
kan zowel bij een wwg als nwg voorkomen

Slide 8 - Quizvraag

Benoem de gekleurde woorden.
De leerlingen in de VS willen protesteren tegen de wapenwet daar.
willen
protesteren
hulpwerkwoord
koppelwerkwoord
zelfstandig werkwoord

Slide 9 - Sleepvraag

Benoem de gekleurde woorden.
Melk schijnt lang niet voor iedereen gezond te zijn.
schijnt
zijn
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
koppelwerkwoord

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is juist?
A
zij gamet
B
zij gamed
C
zij gamt
D
zij gamd

Slide 11 - Quizvraag