Omgaan met verlies en rouw

                              
   Verlies en rouw
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

                              
   Verlies en rouw

Slide 1 - Tekstslide

Verliezen betekent "kwijt raken".
Wat kun je verliezen in je leven? (Geen dingen)

Slide 2 - Open vraag

Wat ben jij al eens verloren in je leven?
Werk
Mijn land
Familie
Huis
Een vriend
Mijn ouders
Een vertrouwde woonplaats
Gezondheid
Een relatie
Hoop voor de toekomst

Slide 3 - Poll

Je komt in een rouwproces  bijvoorbeeld bij het
- verlies van een dierbare

- verlies van werk

- verlies van je gezondheid

- verlies van een relatie

- verlies van je toekomstbeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is Rouw?
Rouwen is langzaam maar zeker begrijpen dat jouw leven heel erg is veranderd door het verlies van iets waar je veel waarde aan hecht. 


Rouw is dat je gaat begrijpen dat het verlies onomkeerbaar is. 

Rouw neem je mee, overal waar je komt en overal waar je heengaat.

Slide 5 - Tekstslide

Waar rouw jij om?

Slide 6 - Open vraag

De 5 fases van rouw verwerking
Fase 1:Ontkenning - Dit kan niet waar zijn!

Fase 2: Woede - Dit is zo oneerlijk, waar ik? Waarom MIJN moeder?

Fase 3: Onderhandelen - Als ik dit en dit nog doe, dan....

Fase 4: Depressie - Mijn leven heeft geen zin meer zo..

Fase 5: Aanvaarding - Ik heb veel verdriet, maar het is goed zo..

Slide 7 - Tekstslide

Ouderen hebben vaak meer verlieservaringen meegemaakt dan jonge mensen
A
waar
B
niet waar
C
vaak wel maar niet altijd

Slide 8 - Quizvraag

Iedere cultuur gaat anders om met rouw en verlies 
Hoe ziet een begrafenis of crematie er in  jouw cultuur uit?
Geloof jij in leven na de dood?
Op welke manieren rouwen jullie in je eigen cultuur?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat vinden mensen fijn bij rouw?
Wat heb je gehoord in de video's?

Slide 12 - Open vraag

wat neem je mee uit deze les?

Slide 13 - Woordweb