H3A stijlfiguren, S.O en literaire begrippen

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek

Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
timer
10:00
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek

Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het vandaag?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, B, C, D (E,) F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19 
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, B, C, D, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 14-19 
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag: 

  • S.O
  • Stijlfiguren
  • Literaire begrippen leesboek

--> exit-ticket

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les
- Heb je een S.O gemaakt en weet je waar je aan moet werken
- Heb je literaire begrippen toegepast op je leesboek
- Heb je geoefend met stijlfiguren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
AC, D, F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: contaminatie, lange zinnen.
Verhalen - hst 8-10: Plot en andere literaire begrippen 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 18: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Planning periode 2

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je geoefend met stijlfiguren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Paradox
Een zogenaamde tegenstelling.
Voorbeeld:

Winkelmedewerker tegen kinderen:
"Kalm aan, en snel een beetje!"
Of
Je moet eerst verliezen om te winnen.





Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Retorische vraag
 Een vraag waarbij het niet de bedoeling is dat iemand antwoord geeft.

Bijvoorbeeld:

Docent: "Hoe vaak moet ik nu nog zeggen dat je niet door me heen moet praten?"


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Hyperbool
Een sterke overdrijving
Bijvoorbeeld: 

Ik heb eeuwen op je staan wachten.

Mijn zusje huilt een zwembad vol tranen om haar lage toetscijfer. 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Repetitio
Een herhaling van een woord of woordgroep.
Bijvoorbeeld:

Om een marathon te kunnen lopen moet je trainen, trainen en nog eens trainen. 

In de zomer naar het hete Italiรซ? Heet!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Drieslag
Een opsomming van minstens drie verschillende elementen.
Bijvoorbeeld:

Ik voel me ziek, zwak en misselijk.
We hebben gelachen, gedanst en genoten.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.

2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?

3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.

4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.

5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!

6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.

7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!


Welke? Zo antwoorden bespreken
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
  • paradox
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
  • retorische vraag
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
  • hyperbool
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
  • paradox
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
  • repetitio
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
  • drieslag
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!
  • repetitio 

Welke? Zo antwoorden bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering.
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
13. Deze tas weegt tonnen!
14. Ze is mooi, slim en charmant.


timer
6:00
Kies uit: 
  • paradox
  • retorische vraag

  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag
Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering
  • paradox
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
  • drieslag
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
  • retorische vraag
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
  • hyperbool
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
  • repetitio
13. Deze tas weegt tonnen!
  • hyperbool
14. Ze is mooi, slim en charmant.
  • drieslag

Antwoorden bespreken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet nu alles van stijlfiguren
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

S.O periode 2
- Ga naar testfox en maak de toets 
- De toets telt niet mee
- Je mag je boek gebruiken
- Je werkt in STILTE en kijkt je werk zelf na 
- Wat ging goed en wat vind je moeilijk?
timer
20:00
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet waar ik nog aandacht aan moet besteden voor de toets.
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je literaire begrippen toegepast op je leesboek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen verwacht jij over het boek?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke begrippen fictie:
Plot
Tijd (chronologie, vertelde tijd versus verteltijd etc.)
Ruimte (setting)
Perspectief 
Genre
Thema
Motief



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genres

Slide 24 - Tekstslide

In de bibliotheken zijn verschillende soorten boeken te vinden. Denk aan prentenboeken, strips, informatieve boeken en fictie.
Genres

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema

Het thema van een verhaal



Wat is dat? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema

  • Hoofdonderwerp
  • Een boek kan meerdere themaโ€™s hebben

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het thema leid je af uit:
 
  • gedrag en gesprekken personages
  • gebeurtenissen
  • afloop

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel voorkomende thema's
 
  • Liefde
  • Vriendschap
  • Dood
  • Eenzaamheid
  • Volwassen worden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motieven


Wat zijn dat?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

motief

= een herhaaldelijk terugkerend element. We herkennen het  omdat het binnen hetzelfde verhaal meermalen voorkomt (bijv. een voorwerp, een lied, een kleur, een bepaalde handeling, een gevoel)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke perspectieven zijn er ook weer?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk perspectief is jouw boek geschreven?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen we met 'ruimte' (setting) bij fictie?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier draagt de ruimte bij aan een specifieke gebeurtenis in jouw boek?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de plot van jouw verhaal?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Weet je alles?
Plot
Tijd (chronologie, vertelde tijd versus verteltijd etc.)
Ruimte (setting)
Perspectief 
Genre
Thema
Motief



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan verschillende literaire begrippen toepassen op mijn leesboek
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les
- Heb je een S.O gemaakt en weet je waar je aan moet werken
- Heb je literaire begrippen toegepast op je leesboek
- Heb je geoefend met stijlfiguren

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er รฉรฉn persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er รฉรฉn persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

??????????????????????????????

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dialoog                monoloog

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dialoog Hoefnagels
- Hoe loopt dit af?
- Maak in tweetallen een dialoog
- Wie is de docent en wie de leerling?
- Overleg op FLUISTERtoon
- Wie gaat er als eerste? 
timer
5:00

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liedje vertalen naar een Nederlands gedicht
- We gaan luisteren naar een liedje in het Arabisch.
- Ik geef een zin uit het liedje in het Arabisch
- Je vertaalt het naar het Nederlands
- Je maakt de zin 'mooier' zodat het een versregel is
- Tijd over? We maken er een heel gedicht van!

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1 - Arabische tekst
ู…ุดูˆุงุฑ ุทูˆูŠู„
ุฅู†ุณุงู† ุจุณูŠุท ู…ุด ุนุงูŠุฒ ูƒุซูŠุฑ ุฃู†ุง
ูุฏูŠุชูƒ ุนู…ุฑูŠ ู„ูˆ ุญุจูŠุชูŠู†ูŠ
ูƒู„ ูู„ูˆุณ ุงู„ุฏู†ูŠุง ู…ุง ุชูƒููŠู†ูŠ
ู„ูˆ ุญุจูƒ ู†ุงู‚ุต

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1 - Letterlijke vertaling
Een simpele mens
Ik wil niet veel, ik
Zou mijn leven voor je geven als je van me houdt
Al het geld ter wereld is niet genoeg voor mij
Als jouw liefde tekortschiet

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1 - Nederlands gedicht
Mijn gedachten zijn eenvoudig 
Mijn hart wil niet veel
Hou van me zodat ik mijn leven aan je kan wijden
Alle rijkdom van de wereld kan mij niet verleiden
Zonder jouw liefde

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste wat je vandaag hebt geleerd?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies