Quiz 1 havo begin van het jaar

Tim loopt op straat.
pv =
A
Tim
B
loopt
C
op straat
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Tim loopt op straat.
pv =
A
Tim
B
loopt
C
op straat

Slide 1 - Quizvraag

De tandarts werkt alleen op maandag.
pv =
A
De tandarts
B
werkt
C
alleen
D
op maandag

Slide 2 - Quizvraag

Je kunt tokkelen in de Ardennen.
pv =
A
Je
B
kunt
C
tokkelen
D
in de Ardennen

Slide 3 - Quizvraag

Mijn moeder eet een taart.
onderwerp =
A
Mijn moeder
B
eet
C
een taart

Slide 4 - Quizvraag

Isa loopt naar de Mcdonalds
onderwerp =
A
Isa
B
loopt

Slide 5 - Quizvraag

Wij lopen naar het restaurant.
onderwerp =
A
Wij
B
lopen

Slide 6 - Quizvraag

Mijn gekke, lieve opa koopt een boek.
onderwerp=
A
opa
B
Mijn gekke, lieve opa
C
koopt

Slide 7 - Quizvraag

Een TikTok maken Nova en Clara.
onderwerp =
A
Een TikTok
B
maken
C
Nova en Clara

Slide 8 - Quizvraag

Een TikTok maken Nova en Clara.
persoonsvorm =
A
Een TikTok
B
maken
C
Nova en Clara

Slide 9 - Quizvraag

Mijn nieuwe Instagramaccount heeft 670 volgers.
onderwerp=
A
Mijn nieuwe Instagramaccount
B
Instagramaccount
C
heeft
D
670 volgers

Slide 10 - Quizvraag

de=
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

een =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Eindhoven =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Nederland =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quizvraag

Coca Cola=
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

het =
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Quizvraag

panda
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord

Slide 17 - Quizvraag

Macbook
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord

Slide 18 - Quizvraag

Veerle Dirksen
A
LW
B
ZN

Slide 19 - Quizvraag