Les 2: breuken vereenvoudigen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Vul een breuk in die evenveel waard is. De teller mag niet groter zijn dan 30.

Slide 11 - Open vraag

Welk getal komt op de plaats van het vraagteken te staan?

Slide 12 - Open vraag

Vereenvoudig zo ver mogelijk.

Slide 13 - Open vraag

Vul een gelijkwaardige breuk in met een noemer tussen de 20 en 30.

Slide 14 - Open vraag

Vereenvoudig zo ver mogelijk.

Slide 15 - Open vraag

Een pizzabakker maakt een grote pizza met 12 plakjes en verdeelt deze onder 4 personen. Elke persoon krijgt evenveel plakjes. Hoeveel plakjes krijgt elke persoon?

Slide 16 - Open vraag

Tom heeft een taart gemaakt en wil deze in 8 stukken verdelen. Hij heeft echter slechts 4 gasten. Hoeveel stukken taart krijgt elke gast?

Slide 17 - Open vraag

Een recept voor brownies vereist 3/4 kopje suiker. Als je een halve batch wilt maken, hoeveel kopjes suiker heb je dan nodig?

Slide 18 - Open vraag

Een bakker heeft 2/3 kopje bloem nodig voor een cake. Als hij slechts 1/2 kopje bloem heeft, hoeveel cakes kan hij dan maken?

Slide 19 - Open vraag

Er zijn 24 studenten in een klas. De klas wordt verdeeld in groepen van 3 studenten voor een project. Hoeveel groepen zijn er in totaal en hoeveel studenten zijn er in elke groep?

Slide 20 - Open vraag

Een fles limonade bevat 4/5 liter limonade. Als elke beker limonade 1/4 liter bevat, hoeveel bekers kunnen er dan worden gevuld met de fles limonade?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide