Uitleg over het immuunsysteem (paragraaf 2.5, bladzijde 211)
Opdrachten maken paragraaf 2.5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Filmpje over virussen
Uitleg over het immuunsysteem (paragraaf 2.5, bladzijde 211)
Opdrachten maken paragraaf 2.5
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
- Waar het immuunsysteem uit bestaat.
- Hoe virussen (en andere ziektewekkers) zijn opgebouwd.
- Hoe je immuunsysteem reageert op ziektewekkers.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Immuunsysteem
In je lichaam komen veel stoffen die hier niet horen, dit zijn lichaamsvreemde stoffen. Het is aan het immuunsysteem om deze stoffen te controleren/bestrijden.
Slide 4 - Tekstslide
Ziekteverwekkers
Ziekteverwekkers zijn vaak bacteriën, virussen en schimmels die schade aan het lichaam toe richten. Dit doen zij omdat ze zelf willen voortplanten of van de middelen in het lichaam willen leven
Slide 5 - Tekstslide
Virussen
Virussen zijn niet-levende ziektewekkers. Ze bestaan uit DNA in een klein pakketje. Virussen gebruiken levende cellen om zich te kunnen delen. De buitenkant van virussen bestaat uit antigenen. Deze kunnen veranderen bij een mutatie.
Slide 6 - Tekstslide
www.rivm.nl
Slide 7 - Link
Je immuunsysteem
Je lichaam beschikt over cellen die gespecialiseerd zijn in het bestrijden van lichaamsvreemde stoffen. Dit kan een grens zijn tegen alles (aspecifiek), of cellen specifieke ziekteverwekkers bestrijden. Het belangrijkste deel van je immuunsysteem bestaan uit witte bloedcellen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Allergieën
Soms reageert je immuunsysteem heftig op een stof terwijl dit helemaal niet nodig is; je word dan ziek omdat je lichaam je ziek maakt.
Dit word een allergische reactie genoemd. Je kan dan last hebben van slijmvliezen die opzwellen, nauwe luchtwegen en kan je plekken op de huid krijgen. Sommige allergieën kunnen zelfs dodelijk zijn. In hele hevige allergische reactie noem je een anafylactische reactie.
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 3.5. Jullie hoeven niet alles te maken: alleen opdracht 2, 4, 9 en 11. Als jullie daarmee klaar zijn mag je ook de rest maken, hiervoor moet je wel de tekst lezen.
Slide 11 - Tekstslide
Is voedsel lichaamseigen of lichaamsvreemd?
A
Lichaamseigen
B
Lichaamsvreemd
Slide 12 - Quizvraag
Is het water dat in je cellen zit lichaamseigen of lichaamsvreemd?
A
Lichaamseigen
B
Lichaamsvreemd
Slide 13 - Quizvraag
Type ziekteverwekkers
Slide 14 - Woordweb
Hoe beschermt jouw lichaam zich tegen ziekteverwekkers?