Het imuunsysteem deel 2

Vandaag
Herhaling ziekteverwekkers
Uitleg over het immuunsysteem (paragraaf 2.5, bladzijde 211)
Opdrachten maken paragraaf 2.5
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Herhaling ziekteverwekkers
Uitleg over het immuunsysteem (paragraaf 2.5, bladzijde 211)
Opdrachten maken paragraaf 2.5

Slide 1 - Tekstslide

Hoe beschermt jouw lichaam zich tegen ziekteverwekkers?

Slide 2 - Woordweb

Type ziekteverwekkers

Slide 3 - Woordweb

Is het water dat in je cellen zit lichaamseigen of lichaamsvreemd?
A
Lichaamseigen
B
Lichaamsvreemd

Slide 4 - Quizvraag

Is voedsel lichaamseigen of lichaamsvreemd?
A
Lichaamseigen
B
Lichaamsvreemd

Slide 5 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
Vandaag gaan we leren:
- Hoe virussen (en andere ziektewekkers) zijn opgebouwd.
- Hoe je immuunsysteem reageert op ziektewekkers.
- Wat immuniteit is. 
- Hoe vaccinaties werken.

Slide 6 - Tekstslide

Immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt op 2 manieren; door ziektewekkers in te sluiten of door antistoffen.

Witte bloedcellen zijn veranderlijk van vorm in kunnen hiermee ziekteverwekkers ''opeten''. Hiermee gaan zij zelf vaak ook dood en de effectiviteit kan verschillen. Als eerste lijn van afweer werkt het goed. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Antigenen
Ziekteverwekkers hebben antigenen aan de buitenkant. Hiermee kunnen zij een cel binnenkomen en herkent worden door het afweersysteem. 

Deze antigenen kunnen veranderen, er zijn dat varianten van een ziektewekker. 

Slide 9 - Tekstslide

Antistoffen
Het immuunsysteem kan een ziekteverwekker onschadelijk te maken door stoffen te maken die precies op de antigenen passen, dit zijn antistoffen. Er word voor elke ziektewekkers specifieke antistoffen gemaakt, en het immuunsysteem moet ''leren'' welke ziekteverwekker welke antistof nodig heeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Immuniteit
Als je immuunsysteem heeft geleerd, kunnen zij later snel een ziekteverwekker herkennen en bestrijden. Je bent dan voor die ziekte immuun. 

Soms word je gevaccineerd tegen een bepaalde ziekte. Dan worden antigenen van een ziekteverwekker ingespoten waardoor je lichaam leert welke antistoffen hij daar tegen moet maken. Je lichaam kan dan bij een infectie snel een ziekte bestrijden. 


Slide 11 - Tekstslide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 12 - Tekstslide

Allergieën 
Soms reageert je immuunsysteem heftig op een stof terwijl dit helemaal niet nodig is; je word dan ziek omdat je lichaam je ziek maakt. 

Dit word een allergische reactie genoemd. Je kan dan last hebben van slijmvliezen die opzwellen, nauwe luchtwegen en kan je plekken op de huid krijgen. Sommige allergieën kunnen zelfs dodelijk zijn.  

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga aan de slag met de opdrachten van paragraaf 3.5. Dit is huiswerk voor de volgende les. Als je eerder klaar bent kun je ook de samenhang maken. 

Slide 14 - Tekstslide