Het imuunsysteem

Vandaag
Filmpje over virussen
Uitleg over het immuunsysteem 
Opdrachten maken paragraaf 3.5
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Filmpje over virussen
Uitleg over het immuunsysteem 
Opdrachten maken paragraaf 3.5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat gaan we vandaag eerst leren?

Vandaag gaan we eerst leren:
- Waar het immuunsysteem uit bestaat.
- Hoe virussen (en andere ziektewekkers) zijn opgebouwd.
- Hoe je immuunsysteem reageert op ziektewekkers.

Slide 3 - Tekstslide

Immuunsysteem
In je lichaam komen veel stoffen die hier niet horen, dit zijn lichaamsvreemde stoffen. Het is aan het immuunsysteem om deze stoffen te controleren/bestrijden. 

Slide 4 - Tekstslide

Ziekteverwekkers
Ziekteverwekkers zijn vaak bacteriën, virussen en schimmels die schade aan het lichaam toe richten. Dit doen zij omdat ze zelf willen voortplanten of van de middelen in het lichaam willen leven

Slide 5 - Tekstslide

Virussen
Virussen zijn niet-levende ziektewekkers. Ze bestaan uit DNA in een klein pakketje. Virussen gebruiken levende cellen om zich te kunnen delen. De buitenkant van virussen bestaat uit antigenen. Deze kunnen veranderen bij een mutatie. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Verder
En nu door met:
- Hoe virussen (en andere ziektewekkers) zijn opgebouwd.
- Hoe je immuunsysteem reageert op ziektewekkers.
- Wat immuniteit is. 
- Hoe vaccinaties werken.
- Allergieën

Slide 8 - Tekstslide

Immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt op 2 manieren; door ziektewekkers in te sluiten of door antistoffen.

Witte bloedcellen zijn veranderlijk van vorm in kunnen hiermee ziekteverwekkers ''opeten''. Hiermee gaan zij zelf vaak ook dood en de effectiviteit kan verschillen. Als eerste lijn van afweer werkt het goed. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Antigenen
Ziekteverwekkers hebben antigenen aan de buitenkant. Hiermee kunnen zij een cel binnenkomen en herkent worden door het afweersysteem. 

Deze antigenen kunnen veranderen, er zijn dat varianten van een ziektewekker. 

Slide 11 - Tekstslide

Antistoffen
Het immuunsysteem kan een ziekteverwekker onschadelijk te maken door stoffen te maken die precies op de antigenen passen, dit zijn antistoffen. Er word voor elke ziektewekkers specifieke antistoffen gemaakt, en het immuunsysteem moet ''leren'' welke ziekteverwekker welke antistof nodig heeft. 

Slide 12 - Tekstslide

Immuniteit
Als je immuunsysteem heeft geleerd, kunnen zij later snel een ziekteverwekker herkennen en bestrijden. Je bent dan voor die ziekte immuun. 

Soms word je gevaccineerd tegen een bepaalde ziekte. Dan worden antigenen van een ziekteverwekker ingespoten waardoor je lichaam leert welke antistoffen hij daar tegen moet maken. Je lichaam kan dan bij een infectie snel een ziekte bestrijden. 


Slide 13 - Tekstslide

Rijksvaccinatieprogramma

Slide 14 - Tekstslide

Allergieën 
Soms reageert je immuunsysteem heftig op een stof terwijl dit helemaal niet nodig is; je word dan ziek omdat je lichaam je ziek maakt. 

Dit word een allergische reactie genoemd. Je kan dan last hebben van slijmvliezen die opzwellen, nauwe luchtwegen en kan je plekken op de huid krijgen. Sommige allergieën kunnen zelfs dodelijk zijn.  

Slide 15 - Tekstslide