In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Het immunnsysteem
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Immuunsysteem
Stoffen die niet in je lichaam horen zijn lichaamsvreemde stoffen. Wat doet ons immuunsysteem met deze stoffen?
Slide 3 - Tekstslide
Ziekteverwekkers
Ziekteverwekkers zijn vaak bacteriën, virussen en schimmels die schade aan het lichaam toe richten. Dit doen zij omdat ze zelf willen voortplanten of van de middelen in het lichaam willen leven
Slide 4 - Tekstslide
Virussen
Virussen zijn niet-levende ziektewekkers. Ze bestaan uit DNA in een klein pakketje.
Slide 5 - Tekstslide
Immuunsysteem
Het immuunsysteem werkt op 2 manieren; door ziektewekkers in te sluiten of door antistoffen.
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Antigenen
Ziekteverwekkers hebben antigenen aan de buitenkant. Hiermee kunnen zij een cel binnenkomen en herkent worden door het afweersysteem.
Deze antigenen kunnen veranderen, er zijn dat varianten van een ziektewekker.
Slide 8 - Tekstslide
Antistoffen
Het immuunsysteem kan een ziekteverwekker onschadelijk te maken door stoffen te maken die precies op de antigenen passen, dit zijn antistoffen.
Slide 9 - Tekstslide
Immuniteit
Als je immuunsysteem heeft geleerd, kunnen zij later snel een ziekteverwekker herkennen en bestrijden. Je bent dan voor die ziekte immuun.
Slide 10 - Tekstslide
natuurlijke immuniteit
immuniteit die word opgebouwd doordat je ziek ben geweest
Slide 11 - Tekstslide
kunstmatige immuniteit
Actieve immunisatie (vaccinatie): er worden antigenen van een ziekteverwekker ingespoten waardoor je lichaam leert welke antistoffen hij daar tegen moet maken. De persoon vormt zelf antistof.
Passieve immunisatie: door inspuiten van een serum met antistof. De persoon vormt zelf geen antistof en geen geheugencellen.
Slide 12 - Tekstslide
Allergieën
Soms reageert je immuunsysteem heftig op een stof terwijl dit helemaal niet nodig is; je word dan ziek omdat je lichaam je ziek maakt.