Geschiedenis voor economen

• Vakdidactiek
• HBO
• Studiejaar 1

Historisch denken voor economen

door Koen Henskens

Welke woorden komen in je op als je denkt aan 'historisch denken'?

Inhoud werkcollege: 

1. Thema: De stad

2. Wat doen historici?

3. Wat is historisch denken?

Welk van de onderstaande nederzettingen is GEEN stad?

1. Doetinchem
2. Den Haag
3. Deventer
4. Dordrecht

Welke van de onderstaande vier nederzettingen is GEEN stad?

Wanneer noem je een middeleeuwse nederzetting een stad?

stadsmuur

meer dan 1000 inwoners

niet-agrarische bevolking

bevolkings-concentratie

eigen rechtspraak

Wat doen historici?

1. Een constructie over het verleden maken
2. Een constructie van het verleden maken
3. Een reconstructie van het verleden maken
4. Verhalen vertellen

Historisch Denken 

Verzamelen

Ordenen

Verklaren

Beeldvormen

Structuurbegrippen

= 

historische vaardigheden

Verzamelen

1. Vraagstelling

 - vraaggericht onderzoek

 - brongericht onderzoek

2. Bronnen zoeken

 - feit en mening

3. Bronnen selecteren op:

 - relevantie / bruikbaarheid

 - betrouwbaarheid

 - representativiteit

 

Wat voor bronnen gebruik je als je onderzoek doet naar een middeleeuwse stad?

Bossche bronnen

Welke historische vragen kan je aan deze bron stellen?

Ordenen

1. Chronologie

2. Periodiseren

3. Verandering

 - soort

 - mate

 - schaal

4. Continuïteit

 

Hoe zou je informatie uit deze bron/opgraving kunnen ordenen?

Verklaren

1. Oorzaken

 - incidenteel

 - structureel

2. Gevolgen

 - bedoeld

 - onbedoeld

 - lange en korte termijn

3. Aanleiding

4. Multicausaliteit

 

Hoe zou je deze bron (het begraven van een pot geld) kunnen verklaren?

Beeldvormen 

1. Standplaatsgebondenheid

 - tijdgebonden

 - plaatsgebonden

3. Interpretatie 

 - (uitschakelen) eigen normen 

    en waarden

 - inleving in andere normen en 

   waarden

4. Objectiviteit vs. Subjectiviteit

 

Welk beeld kunnen we schetsen van Den Bosch in de 14e eeuw (dankzij deze bron)?