4.3 les 3

Welkom
Herhaling/ Nieuwe uitleg (12 minuten)
Opdrachten maken (20 minuten)
Lessonup! (10 minuten)



Primaire/secundaire bronnen,
geschreven bronnen, betrouwbaarheid en feiten/meningen

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Herhaling/ Nieuwe uitleg (12 minuten)
Opdrachten maken (20 minuten)
Lessonup! (10 minuten)



Primaire/secundaire bronnen,
geschreven bronnen, betrouwbaarheid en feiten/meningen

Slide 1 - Tekstslide

Geschiedenis
  • Een beeld (verhaal) van het verleden gemaakt door historici (wetenschappers) op basis van overblijfselen (bronnen).
Verleden:
  • Alles wat vroeger gebeurd is.

Slide 2 - Tekstslide

Bronnen
  • Overblijfsel uit het verleden.
  • Geschreven (met tekst) en ongeschreven.

Primaire bronnen ;
Uit de eerste hand 

Secundaire bronnen
Bouwt voor op de primaire bron.


Meningen/feiten

Slide 3 - Tekstslide

Betrouwbaarheid
1. Persoon: Wie heeft de bron gemaakt?
2. Tijd: Wanneer is de bron gemaakt?
3: Informatie: Hoe kwam de maker aan de informatie? 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Bron; Een slaveneigenaar over het leven van een slaaf (1638).
Ik kan me het nog goed herinneren. 25 jaar geleden kocht ik mijn laatste slaven. Ze waren zo gelukkig en blij dat wij ze kwamen redden uit hun eigen land!
In hun thuisland, waar ik nooit ben geweest maar er ontzettend raar eruit zag, was geen hoop voor hun heb ik gehoord. Ze hebben geluk met ons als eigenaar!

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten maken

Maak de opdrachten 1, 2 en 3 op het blaadje.

Overleggen mag

Is huiswerk

Daarna Lessonup!
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Geschreven bron
Ongeschreven bron

Slide 7 - Sleepvraag


Je vraagt je af welke gebouwen er in de 19e eeuw gemaakt werden. Is deze bron dan nuttig?

A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 8 - Quizvraag

Een ooggetuige kan ook een bron zijn. Leg in eigen woorden uit wat we bedoelen met een ooggetuige

Slide 9 - Open vraag

Nadeel ongeschreven historische bron:
A
Je weet niet precies waar de bron voor gebruikt is
B
De bron kan snel kapot gaan
C
De bron is niet lang houdbaar
D
De bron vertelt niks over het verleden

Slide 10 - Quizvraag


Je doet onderzoek naar het leven in de grote steden in de 19e eeuw
Is het dagboek van iemand die in de stad leefde een bruikbare bron?

A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een historische bron?
A
Dit geeft informatie over het verleden
B
Het Mens&Maatschappij boek waar jij uit werkt
C
Een put waar vroeger water uit gehaald werd
D
Dit geeft informatie over de toekomst

Slide 12 - Quizvraag

Je leest op internet dat er kinderen dood gingen door het werk in de fabrieken (19e eeuw)
Je twijfelt of dit wel betrouwbaar is.
Hoe kun je dit controleren?
A
Kijken of er nog een bron is die hetzelfde zegt
B
Niet te controleren. Dit is in het verleden gebeurd.
C
Aan mijn docent M&M vragen
D
Kijken of de site waar je dit gevonden hebt betrouwbaar is

Slide 13 - Quizvraag

Waar moet je goed op letten bij een geschreven historische bron?
A
De bron kan veel feiten bevatten
B
De bron kan veel meningen bevatten
C
De bron kan snel kapot gaan
D
De bron is bijna altijd moeilijk te ontcijferen

Slide 14 - Quizvraag

Waarom gebruiken we historische bronnen?

Slide 15 - Open vraag

Stel je voor:
Je doet onderzoek naar kinderarbeid in de 19e eeuw.
Je vindt een tekening waarop kinderen in een mijn aan het werk zijn.
Is deze bron nuttig voor jouw onderzoek?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 16 - Quizvraag

Welke onderwerpen vindt je nog lastig?

Slide 17 - Open vraag